De financiële gevolgen voor de gemeente van het vertrek van restaurant Vapiano uit de Poelestraat maant vier raadsfracties tot een duidelijke oproep: de gemeente moet zich bezighouden met haar kerntaken en het zijn van pandeigenaar van een commercieel vastgoed is daar niet één van.
Afgelopen week werd bekend dat het restaurant aan de Poelestraat/Nieuwe Markt definitief dicht is, omdat het niet rendabel zou zijn. Voor stadsblog Sikkom was het nieuws aanleiding om op onderzoek uit te gaan. Uit een reconstructie blijkt dat de gemeente Vapiano zo graag wilde hebben in 2015, dat er een gebouw op maat werd gebouwd. In de eerste jaren hoefde er amper huur te worden betaald en tijdens corona kreeg Vapiano vijftig procent korting op de huurprijs. Toen deze situatie voorbij was en de korting moet worden terugbetaald, vertrok Vapiano.
‘Laat vastgoed aan de markt’
Nu moet duidelijk worden welke ondernemers aan de Nieuwe Markt nog meer korting hebben gekregen op hun huurprijs vanwege de vertraagde oplevering van het Forum, vinden de raadsfracties van de VVD, het CDA, D66 en de Stadspartij 100% voor Groningen. En in de toekomst moet er, als het aan deze partijen ligt, een einde komen aan het bezit van commercieel vastgoed door de gemeente.
“Die zich moet bezighouden met haar kerntaken. Het zijn van pandeigenaar van een commercieel vastgoed is wat de indieners betreft geen kerntaak van de gemeente”, schrijven de fracties in vragen aan het college. “Wij zijn van mening dat de gemeente hiermee onnodig risico loopt met geld van de belastingbetaler. De vraagstellers zijn daarom erg benieuwd of er nog meer vergelijkbaar vastgoed in handen van de gemeente is en hoeveel risico hiermee wordt gelopen.”
Waarborgen
De partijen willen weten welke plannen de gemeente heeft voor de toekomst rondom het bezit en exploitatie van commerciële verhuurpanden. Ook vragen de partijen naar eventuele zekerheidsgaranties: “Welke waarborgen heeft de gemeente ingebouwd om te voorkomen dat er financieel risico wordt gelopen, bij situaties zoals Vapiano, en is het college van plan hier beleid voor te maken of aan te passen?”
