Ruim tien procent van kinderen heeft in hun jonge tienerjaren de wens van een andere geslacht te willen zijn. Maar naarmate kinderen ouder worden verdwijnt deze wens vaak, zo blijkt uit onderzoek van het UMCG.
Data over 2700 jongeren, opgemaakt uit vragenlijsten over meerdere jaren, laat zien dat op 11-jarige leeftijd ongeveer 11 procent van deze kinderen aangeeft van het andere geslacht te willen zijn. Het percentage van de bevraagden wat het eens is met deze stelling, daalt vervolgens iedere keer dat het gevraagd wordt; namelijk op 13-, 16-, 19-, 22- en 25-jarige leeftijd. Dan geeft slechts vier procent aan van het andere geslacht te willen zijn.
Uit het onderzoek blijkt ook dat er weinig kinderen en jongeren zijn die bij elke meting opnieuw twijfels hebben. Dan komt bij slechts één op de duizend bevraagde jongeren voor. Twijfels zijn er bij negentien procent van de deelnemers op enig moment. Jongeren die de wens uiten van het andere geslacht te willen zijn, hebben vaker meer psychische klachten en een negatiever zelfbeeld.
“De resultaten van ons onderzoek kunnen kinderen, jongeren en ouders helpen zich te realiseren dat het relatief vaak voorkomt dat jongeren vragen en twijfels hebben rondom hun genderidentiteit”, zegt UMCG-onderzoeker Sarah Burke. “Het hoort bij de puberteit en de ontwikkeling om vragen en twijfels over je gender te hebben. Het is belangrijk dat we dit normaliseren.”
De onderzoekers denken dat de resultaten, die zijn gepubliceerd in Archives of Sexual Behaviour, aan zorgverleners een beter beeld geven over de ontwikkeling van genderidentiteit.