Speciaal pak en oefeningen moeten knieblessures bij voetbalsters helpen voorkomen

Het is donderdagochtend 8:15 uur. Sportwetenschapper Anne Benjaminse en promovenda Eline Nijmeijer doen hun wekelijkse metingen op het voetbalveld van sportpark Corpus den Hoorn. Eén van de speelsters van FC Groningen MO16 heeft een pak met sensoren aan. Daarmee hopen de onderzoeksters van de RUG bij te dragen aan het voorkomen van zware knieblessures. 

Voorste kruisbandletsel bij voetballende meiden komt steeds meer voor. Die band zorgt er normaal gesproken voor dat je onderbeen niet te ver naar voren gaat. Als de band scheurt, schiet hij los, wat een knappend geluid veroorzaakt. Van die blessure moet je zo’n negen tot twaalf maanden herstellen voordat je weer volle bak kan gaan voetballen.

Een hele nare en impactvolle blessure dus. Reden genoeg voor de Rijksuniversiteit Groningen om een onderzoek te starten. Door middel van een speciaal pak proberen de onderzoekers in kaart te brengen hoe de speelsters bewegen. Vervolgens volgt iedere speler een trainingsprogramma in het laboratorium.

Verdedigende acties

Spits Tessa Niessink is deze week aan de beurt. Elke beweging die zij maakt, kunnen de onderzoekers terugzien op hun laptop. “Je ziet dat Tessa een verdedigende actie maakt, waarbij ze uitstapt”, vertelt Nijmeijer terwijl ze naar het beeldscherm wijst. Op het beeldscherm zie je een 3D avatar in de leegte schoppen, een bal ontbreekt. “Bij zo’n actie komt er een behoorlijke kracht op haar knieën.”

Als speelsters dat soort bewegingen verkeerd uitvoeren, kan dat leiden tot vervelende blessures. “Daarom willen we ze leren om die bewegingen anders uit te voeren”, voegt Nijmeijer toe.

Laboratorium

Hoe precies, dat leren de voetbalsters in het laboratorium van het Willem-Alexander Sportcentrum op de Zernike Campus. Elke speelster komt zo’n vier weken in het lab voor preventie-oefeningen. Die zijn speciaal gericht op het nabootsen van het voetbalspel, waarbij je vaak onverwachts moet reageren op je tegenstander.

“Daarnaast krijgen de meiden beelden te zien: van zichzelf, maar ook van anderen die de bewegingen heel goed uitvoeren. “Die goede bewegingen moeten de speelsters zo goed mogelijk nadoen”, licht Nijmeijer toe. “We weten uit onderzoek dat je door het bekijken van video’s veel onbewuster leert. Daar komt ook een beetje automatisme bij en dat is precies wat we hopen te creëren.”

Vooral meiden

Volgens Nijmeijer hebben meiden in de leeftijdsgroep van 14 tot en met 16 jaar een grotere kans op voorste kruisbandletsel dan jongens in die leeftijdsgroep. “De cijfers verschillen, maar we denken dat die kans zo’n vier keer tot acht keer groter is.”

Het is niet duidelijk waarom meiden daar meer last van hebben dan jongens. Volgens Nijmeijer spelen onder andere hormonen en de stand van het bekken boven de knieën een rol. “Maar we zien ook dat meiden anders bewegen dan jongens. Dan heb ik het vooral over hoe ze hun knie ten opzichte van hun enkel plaatsen. En dat is hoe wij het in dit onderzoek aanvliegen: we willen de meiden leren anders te bewegen.”

Resultaten

De onderzoekers hopen dit jaar alle metingen af te ronden. Dan moeten ze nog een hoop werk verrichten, voordat het onderzoek is afgerond. Maar ook nu merken ze al wat resultaten: “Het wisselt per speler, maar je ziet bij sommige meiden echt terug dat ze anders zijn gaan bewegen nadat ze bij ons in het lab zijn geweest”, vertelt Nijmeijer. “Je ziet vooral dat ze onthouden hebben dat ze door hun knieën moeten zakken als ze landen. Dat roepen ze hier nu ook weleens op het voetbalveld.”