Een laagdrempelige regeling voor bijzondere bijstand en daarmee het voorkomen van zorg mijden onder minimagezinnen is prima. Maar inkomenspolitiek voeren is dat niet, vindt de raadsfractie van de VVD in Groningen. Want mensen met een (iets) te hoog inkomen vallen buiten de boot, aldus de fractie.
De gemeente kondigde halverwege vorige maand een proef aan met een ruimere regeling voor bijstand bij kosten van mondzorg. Veel volwassen Nederlanders zijn niet verzekerd voor de tandarts en mensen met weinig geld gaan mondzorg relatief vaak uit de weg vanwege de kosten. Als de proef succesvol is, kijkt de gemeente ook naar ruimere regels voor bijdragen aan fysiotherapie, gehoorapparaten en steunzolen.
Mensen met een laag inkomen krijgen ook kosten vergoed als zij een klein spaartegoed hebben. Mensen met een (iets) hoger inkomen zijn daarvan de dupe, aldus de VVD. “Zij moeten namelijk een beroep doen op hun spaargeld of kunnen het, als zij geen spaargeld hebben, zelfs helemaal niet betalen”, stelt VVD-raadslid Elisabeth Akkerman in vragen aan het college.
Daar komt bij dat de gemeente, zo stelt de gemeente, armoede val in de hand werkt. Akkerman vraagt zich af: “Is het financieel nog wel interessant om te gaan werken, als je door te gaan werken niet meer in aanmerking komt voor allerlei regelingen van de gemeente?”
Als het aan de VVD ligt, wordt de regeling dan ook grondig tegen het licht gehouden voordat deze op termijn wordt uitgebreid. “Wat de VVD betreft bedrijft het college met deze regeling inkomenspolitiek, wat niet is toegestaan”, besluit Akkerman.