Wie maandagmiddag in de omgeving van het Museum aan de A aan de Brugstraat de ogen ten hemel richtte, kreeg een ongebruikelijk schouwspel te zien. Een schip werd, hangend aan een grote kraan, verplaatst van de binnenplaats van het museum naar een wachtende dieplader.
De tjalk, genaamd de Alida, werd op een dieplader getild voor transport naar Wehe-den-Hoorn, waar het een plek krijgt in het nieuwe Kunstencentrum De Ploeg. Dit speciale museum, gewijd aan de Groningse kunstkring, gaat volgend jaar juni open.
Het schip, tot eind jaren zeventig eigendom van Ploegkunstenaar George Martens, ligt sinds 1991 bij de entree van het Museum aan de A, toen nog het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Rob Martens, zoon van de kunstenaar, was 75 jaar lang betrokken bij het museum en zorgde dat het tjalkje 37 jaar geleden op de binnenplaats van het museum terechtkwam.
Vanwege de verbouwing naar een meer algemeen museum over de geschiedenis van de stad en de provincie Groningen is er geen plek meer voor de boot op de binnenplaats achter de Brugstraat.