De problemen met de bodem, die er nu voor zorgen dat de directe spoorverbinding tussen Stad en het Duitse Leer een half jaar later heropent dan gepland, waren al sinds 2017 bekend bij de Provincie. Dat stellen de Groningse Statenfracties van GroenLinks en D66. De partijen zijn daarom verbaasd dat er nu ineens sprake is van uitstel bij de heropening van het traject.
De provincie maakte vorige week bekend dat het pas halverwege volgend jaar weer mogelijk is om met de trein van Groningen naar het Duitse Leer te reizen. Dat had eigenlijk eind dit jaar al moeten gaan gebeuren. Het Duitse deel van het spoortraject ging begin dit jaar volledig op de schop, tegelijk met de vervanging van de Friesenbrücke. Deze spoorbrug werd in 2015 aangevaren en is sindsdien onbruikbaar. Treinreizigers vanuit Groningen moeten daardoor in Weener uitstappen en naar Leer reizen met de bus.
Vorige week maakte de provincie bekend dat er pas halverwege volgend jaar weer directe treinen naar Leer kunnen rijden, omdat de bodem op het Nederlandse deel van de spoorlijn aanmerkelijk is verslechterd door zware regenval. In Duitsland zijn ook problemen met de aanleg vanwege hoog water, waardoor de bodem is verslechterd. Daarnaast zijn er tekorten aan belangrijke bouwmaterialen, onder meer door leveringsproblemen.
Volgens de Statenfracties van D66 en GroenLinks is het vreemd dat deze problemen nu pas aan het licht komen. “De slechte bodemgesteldheid was immers al sinds 2017 bekend bij de Provincie Groningen”, stelt de Groningse Statenfractie van GroenLinks. Statenlid Bas de Boer (GroenLinks) vertelt: “Al jaren wachten we op het herstel van de Friesenbrücke. Het mag niet zo zijn dat een al bekend probleem het project doet ontsporen. Dit had veel eerder tot op de bodem uitgezocht moeten worden.”
De staat van de bodem baart de fracties ook zorgen met het oog op de toekomst, vult Paula Benjamins (D66) aan: “Om klimaatverandering tegen te gaan zijn duurzame Europese spoorverbindingen van groot belang. De effecten van het veranderende klimaat mogen daarbij geen spelbreker zijn.”