Spugen, duwen, brandblussers leegspuiten op agenten. De manier waarop de pro-Palestijnse demonstratie en de daaropvolgende bezetting van een RUG-gebouw aan de Oude Boteringestraat verliep, had volgens burgemeester Koen Schuiling ‘niets meer te maken met een vreedzaam protest.’ De-escalerend optreden was daarom vanuit het oogpunt van de veiligheidsdriehoek niet meer mogelijk, stelt Schuiling in een brief aan de gemeenteraad.
Schuiling en het college blikken dinsdagmiddag terug op de wanordelijkheden van bijna een week geleden. Schuiling benadrukt dat de insteek vanuit de gemeente en de veiligheidsdriehoek (de burgemeester, de politie en het Openbaar Ministerie) rond de pro-Palestijnse protesten altijd is geweest om de-escalerend te handelen. “Iets wat, in tegenstelling tot een aantal andere steden, leidde tot slechts minimale incidenten in de eerste dagen van het kampement.”
Al direct aanwijzingen voor wanordelijkheden
Maar tijdens de demonstratie van woensdagmiddag waren er al aanwijzingen dat het protest een ander karakter zou hebben dan de voorgaande acties, waarbij het op een paar kleine opstootjes en een paar aanhoudingen na relatief rustig bleef. “Zo’n vijf minuten voor de beoogde start van de demonstratie was de omvang van de groep demonstranten tussen de 150 en 200 personen en nog steeds groeiende”, schrijft Schuiling. “Een deel van de demonstranten, ongeveer 20 personen, droeg op dat moment al gezichtsbedekkende kleding en zonnebrillen. De politie ontving informatie dat deelnemers aan de demonstratie ballonnen hadden gevuld met rode verf, met het kennelijke doel om tijdens de demonstraties bekladdingen aan te brengen.”
Vlam in de pan
Toen de protestmars, na bijna een uur lopen door de binnenstad, aankwam bij de Oude Boteringestraat, ging het mis. Vijftien mensen reden het gebouw van de RUG binnen. De politie wilde de actievoerders volgen, maar de deur werd dichtgedrukt van binnenuit. Toen nog eens dertig demonstranten probeerden het pand via de achterzijde binnen te gaan, besloten agenten in te grijpen en hen tegen te houden.
Vervolgens escaleerde de situatie compleet, stelt Schuiling: “Verschillende demonstranten probeerden langs de politiemedewerkers te komen omdat zij zich wilden vastketenen. Anderen bespuugden politiemedewerkers of probeerden hen te duwen, in een poging om de achterzijde van het gebouw te bereiken. Ook waren veel demonstranten onherkenbaar gekleed en waren zij zichtbaar voorbereid op acties die niets meer te maken hadden met een vreedzaam protest. Politiemedewerkers waarschuwden de demonstranten om zich achteruit te begeven. Hieraan werd geen gehoor gegeven. Hierop maakten medewerkers van de politie onder meer gebruik van hun wapenstok om demonstranten op afstand te houden en ze te laten verwijderen.”
Ontruiming noodzakelijk: ‘voortvarendheid tegen strafbare feiten’
Na een overleg met de veiligheidsdriehoek (waarvoor Schuiling zich verontschuldigde tijdens de lopende raadsvergadering) werd besloten het pand te ontruimen. Geen makkelijke beslissing, stelt Schuiling: “De afweging om de politie toestemming te geven om de aanwezige demonstranten te verwijderen, is tijdens de voorbereiding van andere demonstraties regelmatig aan bod gekomen. Daarbij is steeds het uitgangspunt geweest dat demonstraties binnen de grenzen van het demonstratierecht ruimhartig gefaciliteerd worden, maar dat tegen strafbare feiten met voortvarendheid wordt opgetreden. (…) Het feit dat de politie hierdoor kort na het starten van de bezetting kon interveniëren, heeft eraan bijgedragen dat de situatie niet verder geëscaleerd is en de schade aan het gebouw in relatieve zin beperkt is gebleven.”
Nadat de opdracht tot ontruiming was doorgegeven, drong een groep van zo’n twintig agenten zich door de menigte. Daarbij werd onder meer de wapenstok gebruikt, omdat de demonstranten weigerden de deur vrij te maken. Ook aan de achterkant van het pand slaagden agenten erin om toegang tot het gebouw te krijgen. Eenmaal binnen bleek dat de demonstranten snel naar één vertrek aan de voorkant van het pand waren gevlucht. Daarvoor hadden zij al verschillende barricades opgeworpen. Toen de agenten de demonstranten wilden verwijderen, spoot één van de demonstranten een brandblusser leeg tegen een agent. De actievoerder ging vervolgens in verzet tegen zijn aanhouding. Daarop besloten agenten geweld in te zetten, waardoor de demonstrant onder meer een arm brak.
Opvallend genoeg zijn, op de gewonde actievoerder na, geen van de bezetters aangehouden. De politie had op dat moment te veel mankracht nodig om de aanwezige menigte in het gareel te houden, stelt Schuiling tegenover de raad. “Er is om die reden op dat moment besloten om de beschikbare politiecapaciteit ten dienste te stellen aan de handhaving van de openbare orde. Een groep politiemedewerkers bleef in het gebouw achter om een nieuwe bezetting te voorkomen. De overige politiemedewerkers hebben zich aan de voorkant gevoegd.”
Angstige momenten voor agenten
“Veel politiemensen hebben angstige momenten beleefd”, schrijft Schuiling over de beëindiging van de bezetting. “Demonstranten gaven geen enkele opening voor een dialoog, waarbij beledigende teksten door een grote groep demonstranten werden geuit. Dit zorgde voor een verharding van de situatie en vergrootte het gevoel van agressie en onveiligheid.”
Omdat een deel van de actievoerders na de verijdelde bezetting afdroop richting het kampement op het Harmonieplein, waar beledigende teksten over de politie werden geuit en werd opgeroepen tot nieuwe acties, werd voor Schuiling en de veiligheidsdriehoek duidelijk dat er een link was tussen het kamp en de acties aan de Oude Boteringestraat. “Deze gebeurtenissen tezamen maakten dat er ernstige vrees ontstond voor (nieuwe) wanordelijkheden. Om die reden heb ik in het driehoeksoverleg met de politie en het Openbaar Ministerie gesproken over het beëindigen van het kampement.” Ontruiming van het kamp bleek niet nodig, omdat de actievoerders zelf waren vertrokken bij aankomst van de politie. De agenten en gemeentemedewerkers restte hier niets anders dan puin ruimen.
‘Demonstreren is een groot goed, maar grenzen moeten in acht worden genomen’
“Ik spreek hierbij tenslotte ook mijn teleurstelling uit over het feit dat de pro-Palestina-demonstraties niet vreedzaam bleven en de inzet van de politie uiteindelijk noodzakelijk is gebleken”, besluit Schuiling. “Vanuit de driehoek zijn duidelijke grenzen gesteld aan de demonstratie (…). Demonstreren is een groot goed en demonstraties worden daarmee niet snel beperkt. Wel moeten daarbij grenzen in acht worden genomen. Ook in de toekomst zullen demonstraties waar mogelijk worden toegelaten en als het noodzakelijk is zullen deze worden begrensd.”