Een lijntje cocaïne, een pilletje XTC of een snuifje 3-MMC: het gebruik van drugs is steeds meer onderdeel van het nachtleven. Groningse nachthoreca denken dat het drugsgebruik in het uitgaansleven is toegenomen in de afgelopen jaren. Dat blijkt uit een rondgang van OOG onder tientallen horecaondernemers in de binnenstad van Groningen. “Drugsgebruik is onder jongeren veel te veel genormaliseerd.”
Deze rondgang is mede mogelijk gemaakt door Onderzoekdoen.nl
Door Maarten Siepel en Wouter Holsappel
In Groningen kan je feesten totdat de zon weer opkomt. Vele studenten en andere uitgaanders zijn elke nacht te vinden in de kroegen, feestcafés en op de terrassen. Het nachtleven in onze stad is uniek. Nachthorecaondernemers in Stad zien een ontwikkeling in het drugsgebruik onder de stappers. Dat is niet alleen zichtbaar in Groningen. Afgelopen februari publiceerde het Trimbos-instituut een onderzoek waaruit blijkt dat het gebruik van verschillende soorten drugs (vooral XTC, cocaïne en 3-MMC) is gestegen onder uitgaanders in het land.
In Amsterdam is het drugsgebruik in het uitgaansleven terug op pre-coronaniveau. Kroeg- en clubeigenaren in Utrecht zeggen dat er meer spullen op de wc’s worden gevonden en in Brabant zijn kroegen flink klaar met drugsoverlast. Dat er ook in Groningen veel drugs wordt gebruikt, bleek al eerder uit het rioolwateronderzoek. Hieruit kwam naar voren dat het drugsgebruik in onze stad vergelijkbaar is met steden als Amsterdam en Rotterdam.
Heb je een opmerking of een tip over dit verhaal? Mail dan naar maartensiepel@oogtv.nl en/of wouter@oogtv.nl.
Het is 22.00 uur als Nieck Veldkamp aankomt bij Café Het Feest. Hij is dj bij het populaire feestcafé aan het begin van de Peperstraat. Het is nu nog rustig, maar later in de nacht zal het café vol staan met studenten om de donderdagnacht te vieren. Het geluid wordt alvast getest en de lichten schijnen al fel. Dat het drugsgebruik in het nachtleven is toegenomen, merkt de dj ook. “Precieze aantallen zijn lastig en het verschilt ook een beetje per dag. In de rapportage wordt wel eens gezegd dat het vier of vijf keer meer is dan voorheen. Dat is enorm en het baadt je soms wel zorgen hoeveel dat is toegenomen. We merken vooral dat het na corona is gestegen onder studenten. Aan de deur moeten we veel meer mensen weigeren en hebben we meer uitzettingen van mensen die betrapt worden op het gebruik van drugs.”
Je hebt sneller je drugs dan dat je een pizza kan bestellen
Jan Hammingh, eigenaar nachtcafé Warhol
Het Feest is zeker niet de enige horecazaak die denkt dat het drugsgebruik in het nachtleven is toegenomen. OOG deed een rondgang bij verschillende nachthoreca in de binnenstad. De meesten willen niet met naam en toenaam reageren, maar laten wel weten deze ontwikkeling duidelijk te zien. “Je merkt dat meerdere personen, in meerdere leeftijdscategorieën, meer openstaan voor drugsgebruik. Het wordt genormaliseerd”, zegt een ondernemer. Een ander zegt: “Je hoort het meer van klanten en vindt meer lege zakjes op de wc.”
Een stukje verderop in het uitgaansgebied zit nachtcafé Warhol. Indy Hammingh is de manager van het bekende café in de Papengang. “Voor mensen die nu op stap gaan, is het normaler geworden dat ze drugs gebruiken. Op zich merk je daar binnen niet alarmerende dingen van, maar het trekt criminaliteit aan. Voor mij voelt de stad iets minder veilig.” Zijn vader Jan zit al meer dan vijftig jaar in het horecavak en is de eigenaar van Warhol. Hij heeft door de jaren heen het een en ander zien veranderen. “Het was altijd drugs óf alcohol. Nu is het een combinatie. Er staan altijd mensen buiten om te dealen. Je hebt een app op je telefoon en daarmee heb je sneller je drugs dan dat je een pizza kan bestellen.”
“Drugs is heel erg genormaliseerd”, vervolgt Indy. “Zelf ben ik 32. Toen ik 20 was, gebruikten vrienden ook wel eens. Maar dan hadden ze heel duidelijk een soort schema: ik heb gebruikt, dat is heel spannend, dus nu moet ik heel lang wachten totdat ik weer een keer iets mag doen. Ik merk nu dat heel veel jeugd het wel wekelijks doet.”
Het is helaas dweilen met de kraan open
Michiel Dijksterhuis, beveiliger van verschillende horecazaken
Problemen vooral buiten de deur
Uit de rondgang blijkt dat het toegenomen drugsgebruik niet altijd leidt tot meer problemen binnen de nachthoreca. Volgens hen zijn er niet meer geweldsincidenten, andere problemen met agressie of mensen die out gaan. Veldkamp van Het Feest kan dit bevestigen. “Wij hebben echt een superleuk publiek. De meeste mensen die bij ons komen, komen hier om een drankje te doen. Het is vooral aan de deur dat ze het heel erg merken.”
Een bekend gezicht voor die deur is Michiel Dijksterhuis. Hij is de hoofdbeveiliger bij het feestcafé en portier bij meerdere zaken in de binnenstad. “Het gebeurt bij elke club of kroeg. Het is altijd wel een beetje zo geweest dat mensen drugs gebruiken in de horeca. Maar je ziet het tegenwoordig overal.”
Dijksterhuis merkt steeds meer agressiviteit aan de voordeur van nachthoreca. “Je ziet het aan de ogen, de bewegingen van de tong en de handen die helemaal heen en weer gaan. Het is tegenwoordig vrij makkelijk om iemand te spotten die drugs op heeft. Vaak krijgen we een conflict aan de deur en mensen ontkennen het altijd dat ze drugs hebben gebruikt. Bij heel veel opstootjes op straat zie je gewoon dat mensen meer dan alleen alcohol op hebben. Wij proberen de rotte appels buiten de deur te houden, maar we hebben niet de tijd of het budget om drugstesten te doen. Het is helaas dweilen met de kraan open.”
‘Mensen snuiven toch op een afgesloten wc’
Verschillende ondernemers laten aan OOG weten maatregelen te nemen om het gebruik van drugs in hun zaak te voorkomen. Ze hebben duidelijke huisregels met een zerotolerancebeleid, herinneren hun personeel aan procedures en aan de deur wordt er strenger gecontroleerd. Toch zijn er horecazaken die aangeven geen maatregelen te hebben genomen. Dit omdat ze momenteel geen problemen ondervinden. Maar een aantal ondernemers laat ook weten dat het voor hen niet te voorkomen is. “We zijn niet het bedrijf voor een portier en een andere manier om het te voorkomen zouden we zo 1, 2, 3 niet weten”, laat een zaak weten. Maar het drugsgebruik gebeurt vaak onopvallend: “Mensen snuiven toch op een afgesloten wc.”
Bij Het Feest hebben ze fysieke maatregelen genomen. Zo is het wc-hokje bij de mannen al een langere tijd op slot gezet. “Mensen gingen hier snuiven”, zegt Veldkamp. “Ze deden dan de deur op slot en je ziet dan niet wat er gebeurt. Dus daar hebben wij helaas afscheid van moeten nemen.” Lopend naar het verlichte pleintje bij de Papengang laten vader en zoon Hammingh wat aanpassingen zien. Al wijzend naar boven zegt Jan: “Je snapt wel wat hier zou gebeuren als wij deze verlichting niet opgehangen hadden. We hebben hier ook een camera hangen. Normaal gesproken zou het hier donker zijn, maar dat kan echt niet.” Daarbij is er binnen een maatregel genomen. “We hebben bij de toiletdeuren een klein stuk van de onderkant eraf gehaald, zodat we kunnen zien of er teveel mensen op het toilet zijn. Maar we hebben bijvoorbeeld ook op het damestoilet wel eens meegemaakt dat iemand knock-out was gegaan van drugs of alcohol. Dat merken we meer sinds de opening na corona.”
Het beeld dat de ondernemers schetsen, wordt door ons herkend
Gerard de Jonge, teamchef bij Politie Noord-Nederland
‘We kunnen niet als politieagent rondlopen’
En dat het veelal onopvallend gebeurt, is de reden dat horecazaken in Groningen met de rug tegen de muur staan. “Je zet natuurlijk iemand eruit die je betrapt of het openbaar doet, maar 99% doet het even stiekem op de wc. Wat doe je daar aan?”, zegt een horecaondernemer. “Ik probeer het wel. Eigenlijk zou je nog iemand extra moeten laten lopen die alleen op deze vergrijpen controleert. Maar daar heb ik de financiële middelen niet voor”, zegt een ander. Het drijft nachthoreca in Groningen soms tot wanhoop: “Wat zou ik nog meer kunnen doen?”
Een horecaondernemer laat weten dat ze het probleem niet alleen kunnen aanpakken. “Het enkel zelf oplossen en ze wegsturen op een avond, daar is de gebruiker niet van onder de indruk.”
“Wij kunnen niet als politieagent rondlopen”, vertelt Indy Hammingh van Warhol. “Dat is niet echt aan ons denk ik. We kunnen ons best doen om bij deur zoveel mogelijk tegen te houden en als we het binnen tegenkomen, zullen we mensen eruit zetten.” Veldkamp van Het Feest denkt dat dit breder opgepakt moet worden. “Wij kunnen er niet voor zorgen dat mensen geen drugs meer meenemen naar de stad. Dat is echt iets voor de politie, de gemeente of de Nederlandse politiek.”
Politie: ‘Echt grip krijgen, is moeilijk’
Op het politiebureau aan de Rademarkt sluiten ze de ogen ook niet als het aankomt op het toegenomen drugsgebruik in het nachtleven. “Het beeld dat de ondernemers schetsen, wordt door ons herkend”, concludeert Gerard de Jonge, teamchef bij het basisteam van Groningen Centrum. “Vanaf de coronaperiode zien we een behoorlijke toename. Het is een maatschappelijk issue, dat blijkt ook uit allerlei onderzoeken. Echt grip krijgen is moeilijk, omdat het landelijk zo’n groot probleem is.”
“Volgens mij kunnen we dit probleem alleen met elkaar aanpakken”, zegt De Jonge. “Daarin hebben we allemaal een verantwoordelijkheid, die wij als politie ook zo goed mogelijk proberen te nemen. Wij hebben elke stapnacht collega’s in het centrum lopen om toezicht te houden. Buiten die nacht hebben we ook aandacht voor de aanpak van de drugsproblematiek. We hebben recent een actie gedaan rondom de online bezorgdiensten en elke week zitten we met de gemeente om het afgelopen weekend te bespreken. Het is de verantwoordelijkheid voor iedereen: de ondernemer, politie, gemeente en samenleving.”
Die gezamenlijke verantwoordelijkheid is voor Het Feest heel belangrijk: “Je wilt gewoon dat het voor iedereen een veilige plek is om te stappen en je merkt dat drugs daar een negatief gevolg in heeft. Het zou fijn als het drugsgebruik verminderd wordt of stopt.”
Verantwoording
OOG stelde een vragenlijst op en verspreidde deze onder nachthorecaondernemers in de binnenstad van Groningen. Deze ondernemers zijn minstens twee dagen in de week later dan 00.00 uur open. In de vragenlijst is ondernemers gevraagd of zij denken dat er drugs gebruikt wordt in hun zaak, of dit de afgelopen jaren is toe- of afgenomen en wat voor maatregelen zijn nemen om het drugsgebruik door bezoekers te beperken. In dit geval verstaan we onder drugs alle soorten die binnen de Opiumwet vallen, dus geen alcohol. In totaal reageerden 34 horecazaken (anoniem) op de vragenlijst. Omdat er nog veel meer nachthorecazaken in de binnenstad zijn, doen we geen kwantitatieve uitspraken (met bijvoorbeeld percentages).
Dit artikel/project is mede tot stand gekomen dankzij een financiële bijdrage van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.