Het lijkt logisch dat MartiniPlaza in 2035 in een nieuw gebouw is gevestigd. Dat denkt het Groningse gemeentebestuur. Dat pand staat ‘niet vanzelfsprekend’ op de huidige plek aan de Leonard Springerlaan, maar zou zomaar eens kunnen ‘verhuizen’ naar de Suikerzijde.
Dat blijkt uit een brief van het gemeentebestuur aan de raad over de zogenaamde ‘strategische investeringsagenda’. Daarin houden de gemeenteraad en het college diverse grote investeringen (de Nieuwe Poort, MartiniPlaza, het Museum aan de A en Kardinge) tegen het licht, in relatie tot het begrotingstekort van de komende jaren.
De gemeente Groningen heeft, naar eigen zeggen, de plannen voor ofwel renovatie of nieuwbouw van Martiniplaza nog niet zo scherp als bijvoorbeeld De Nieuwe Poort. Maar het college denkt in ieder geval dat renovatie van MartiniPlaza geen optie is ‘gezien de bouwkundige staat’. “Het lijkt logisch om niet over te gaan tot renovatie maar te kiezen voor nieuwbouw”, schrijft het college.
Wat dat gaat kosten, hangt af van de plek en de omvang van de nieuw te bouwen evenementenlocatie. Op basis van een ruwe schatting denkt het gemeentebestuur zo’n tweehonderd miljoen euro nodig te hebben.
Over de plek van een nieuwe, multifunctionele hal (met daarbij misschien een apart topsporthal) voor Martiniplaza wordt ook nog nagedacht, Maar volgens het college is het dan ‘niet vanzelfsprekend’ dat MartiniPlaza terugkomt aan de Leonard Springerlaan: “Eén van de opties voor het realiseren van de nieuwbouw zou de Suikerzijde kunnen zijn en daarmee sloop van de huidige voorzieningen. Dit zou een
andere stedelijke invulling mogelijk maken van het huidige terrein van Martiniplaza.”
Aanvankelijk werd gedacht dat de aanpak van MartiniPlaza over zes jaar klaar zou kunnen zijn (2030), maar het college stelt dat nu bij: “Vooralsnog lijkt het reëler uit te gaan van realisatie rond 2035. De consequenties van het langer in stand moeten houden van Martiniplaza worden op dit moment nader onderzocht.”