UMC’s maken nieuwe afspraken over (kinder)hartcentra; intensievere samenwerking, maar zorg blijft overal beschikbaar

nieuws
Foto: Rijksuniversiteit Groningen

Het UMCG heeft afspraken gemaakt met andere umc’s met een hartcentrum over samenwerking bij de zorg voor mensen met een aangeboren hartafwijking. Ook minister Dijkstra van Medische Zorg heeft haar handtekening gezet onder het bestuursakkoord. Daarmee lijkt de minister de strijd rond de concentratie van de kinderhartcentra voorlopig wat af te koelen.

De hartcentra gaan in twee clusters samenwerken op het gebied van zorg voor mensen met een aangeboren hartafwijking. Het UMCG werkt daarbij samen met de umc’s van Amsterdam, Leiden, Utrecht, Rotterdam en Nijmegen. Maastricht doet datzelfde met de academische ziekenhuizen in Aken en Leuven.

Het UMCG noemt het bereiken van een bestuursakkoord goed nieuws. Volgens het ziekenhuis zijn er duidelijke afspraken gemaakt over een nieuwe werkwijze, waarmee de zorg voor patiënten met aangeboren hartafwijkingen op een hoog niveau blijft. Voor patiënten in de ziekenhuizen verandert er eigenlijk weinig, denkt het UMCG. Achter de schermen wel, want het doel van de afspraken is om de zorg beter ‘om hen heen’ te organiseren. Specialisten, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals gaan als één team functioneren. Daardoor kan het wel zijn dat er, als dat nodig blijkt, een ander ziekenhuis bijspringt voor medische expertise en ondersteuning.

Afspraken moeten rust brengen na jarenlange strijd om (kinder)hartcentra

De afspraken tussen de umc’s volgen op een jarenlange strijd rond de concentratie van hartzorg in Nederland, met name rond de organisatie van zorg bij kinderen met een aangeboren hartafwijking in de zogenaamde kinderhartcentra. In 2021 besloot toenmalig minister Hugo de Jonge deze zorg te concentreren in Rotterdam en Utrecht. Dit zorgde bij het UMCG en de noordelijke overheden en Overijssel tot veel protest. De Jonge’s opvolger, minister Kuipers, besloot de beslissing terug te draaien en gaf de vier ziekenhuizen met een kinderhartcentrum (Leiden, Utrecht, Rotterdam en Groningen) nog één kans om zelf te bepalen waar de kinderhartzorg geconcentreerd moest worden in twee centra.

Al snel werd duidelijk dat de ziekenhuizen er opnieuw niet uitkwamen, dus besliste Kuipers in februari zelf: Rotterdam (Erasmus MC) en Groningen (UMCG) mochten hun kinderhartcentrum houden. Daarop stapten de ‘verliezers’ van de kinderhartcentra (Utrecht en Leiden) naar de rechter, die in januari besloot dat de concentratie niet door mocht gaan. Kuipers was toen al op weg naar de deur van het inmiddels demissionaire kabinet. Zijn opvolger, Pia Dijkstra, liet eerder dit jaar al weten niet in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak, maar dwong de ziekenhuizen daarmee wel om opnieuw om de tafel te gaan zitten met het ministerie. De afspraken die nu zijn gemaakt zijn daar de uitkomst van.

Meer maatregelen niet uitgesloten

Volgens Dijkstra is er de afgelopen periode ‘meer rust gekomen in het veld’: “Ik ben blij dat dit akkoord meer duidelijkheid biedt voor de patiënten. Door dit akkoord te ondertekenen draag ik bij aan rust en ruimte voor de zorgprofessionals om verder aan de slag te gaan met deze afspraken.” Tegelijk sluit Dijkstra meer maatregelen in de zorg voor mensen met een aangeboren hartafwijking niet uit.