Urban sports zitten in de lift maar beleid blijft achter: “Groningen als urban hoofdstad? Waarom niet?”

nieuws
Urban climber Ghost Affect beklom vorige maand de Martinitoren. Foto: Ghost Affect

Urban sports in de gemeente hebben de wind in de zeilen. Maar ondanks al die belangstelling bevinden hun activiteiten zich letterlijk aan de randen van de stad. De wens is om een groot urban centrum op te zetten waarmee Groningen zich internationaal op de kaart kan zetten.

De nacht is gevallen over Groningen. Het is stil op straat; de meeste mensen liggen te slapen. Terwijl niemand het in de gaten heeft wordt de Martinitoren beklommen. Zonder hulpmiddelen wordt in de vroege ochtend, bij het krieken van de dag, na een aantal uren klimmen op eigen kracht de top bereikt. Een filmpje dat enkele dagen later wordt geplaatst op sociale media, op een moment dat de urban climber, zich al in het buitenland bevindt, wordt breed opgepakt door de media. “Voor zover ik weet heeft nog nooit iemand op deze manier de toren beklommen”, laat urban climber Ghost Affect weten. “Ik wilde de eerste zijn die dit zou doen.” Ghost Affect zette met zijn actie letterlijk de urban sports in de spotlights.

Tekst gaat verder onder de Instagram-video:

 
 
 
 
 
Dit bericht op Instagram bekijken
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Een bericht gedeeld door Ghost.Affect (@ghost.affect)

De staat van de urban sports in Groningen
Dit artikel is niet een handleiding hoe je zo’n gebouw kunt beklimmen. Ook is dit verhaal niet een oproep om zulke activiteiten te gaan ondernemen. Dit artikel gaat over de staat van de urban sports in Groningen. OOG Tv heeft afgelopen weken met verschillende organisaties en personen gesproken. In dit artikel komen zij aan het woord. Wat gaat er goed? Wat kan er beter? Ook spreken we met Ghost Affect over zijn drijfveren, over de risico’s en zijn toekomst.

Conclusie: laagdrempeliger, zichtbaarder en ambitie tonen om groot urban sport centrum op te richten
Omdat het om een uitgebreid artikel gaat beginnen we met het presenteren van een conclusie. Uit de gesprekken blijkt dat het met de urban sports in Groningen goed gaat. De partijen zien dit gegeven echter niet terug in de beleidsvoering. Wanneer er op politiek niveau gesproken wordt over nieuwe sportcomplexen gaat het over voetbal- en tennisvelden. Volgens de geïnterviewden is de sportagenda van de gemeente ernstig blijven hangen in de vorige eeuw. Het huidige aanbod aan urban-faciliteiten wordt omschreven als beperkt. Een bepaalde urban sport kun je vaak maar op één plek in de gemeente uitoefenen. De wens is daarom dat er in de wijken en dorpen meer faciliteiten komen waar op een laagdrempelige manier ervaring kan worden opgedaan. Daarnaast moet er een groot urban sportcentrum komen. In dit centrum moeten alle urban sporten onder één dak gebracht worden en kunnen workshops, trainingen en internationale wedstrijden worden gehouden. Groningen als de urban hoofdstad van Nederland wordt gezien als een mooi doel.

Wat zijn urban sports?
Voor dit artikel zijn alle urban sports voor het gemak op één hoop geveegd. Maar wat zijn urban sports precies? Het gaat om sporten die vooral door jongeren beoefend worden in de stedelijke openbare ruimte. De oorsprong ligt in Amerika waar onder invloed van hiphop en R&B de straatcultuur in de jaren zeventig en tachtig tot furore kwam. De urban-familie bestaat grofweg uit drie onderdelen: 1. Sport (Bijvoorbeeld BMX, skaten en freerunnen) 2. Cultuur (graffiti, streetart, hiphop en dj-ing) 3. Dans (breakdance en urbandans). In Groningen is door de gemeente de Urban Sports Agenda vastgesteld die als doel heeft om de urban sports te laten groeien en een wezenlijk onderdeel te laten zijn van de sportagenda.

“Als ik betrapt word, dan kan ik een boete krijgen”

Ghost Affect

Terug naar het begin van dit artikel: het beklimmen van de Martinitoren. Om Ghost Affect te kunnen interviewen moeten er wat obstakels beslecht worden. Vragen over leeftijd, nationaliteit en welke gebouwen hij al beklommen heeft wil hij niet beantwoorden. Daarmee lijkt het een moeilijk gesprek te worden, maar niets is minder waar. Ghost Affect oogt als een sympathieke en vriendelijke jongeman die heel graag wil vertellen over zijn passie. Het gesprek vindt in het Engels plaats. “Ik kan niet al je vragen beantwoorden. Wat ik doe, dat mag niet. Als ik in Groningen betrapt word, dan kan ik een boete krijgen. In andere landen kan ik een gevangenisstraf krijgen. Welke gebouwen ik nog meer beklommen heb, kan ik niet vertellen. Ik wil mezelf niet in gevaar brengen. Wel kan ik je vertellen dat ik dit al zo’n tien jaar doe. En het is heel fijn om het te kunnen doen.”

“Ik vond het een geweldig idee om de eerste te kunnen zijn”
Maar hoe komt iemand terecht in Groningen? “Kerkgebouwen zijn best wel populair onder de mensen die deze sport beoefenen. Ik had nog nooit iemand aan de top van de Martinitoren zien staan en ik vond het een geweldig idee om de eerste te zijn die dit voor elkaar zou krijgen. Het was niet makkelijk. De grootste uitdaging was om in het donker van het ene platform naar het andere te komen. De muren lopen recht omhoog en bieden weinig houvast. Andere kerkgebouwen die ik heb beklommen beschikken over ornamenten, wat het beklimmen makkelijker maakt. De Martinitoren heeft dat niet.”

“Ik doe niet aan angst”
Op de vraag of Ghost Affect niet bang is als hij een gebouw als de Martinitoren beklimt komt een weloverwogen antwoord: “Als ik een klim doe, dan ben ik in gedachten puur gefocust op de klim zelf. Ik doe niet aan angst. Angst zorgt er alleen maar voor dat je worstelt met je gedachten. Ik heb geleerd dat gevoel uit te schakelen. Voor zover ik weet, ben ik nooit dichtbij de dood geweest. Ik heb een paar keer gehad dat ik dacht dat een klim te zwaar voor me zou zijn. En daarom besloot ik terug te keren naar de begane grond zonder de top te bereiken. Een deel van deze gebouwen heb ik later alsnog beklommen toen ik meer ervaring had. Bij elke klim leer ik en ontwikkel ik mij verder.”

Tekst gaat verder onder de foto:

Het beklimmen van gebouwen en objecten zit in de lift. Foto: Pexels via Pixabay

“Sportbeleid van de gemeente is ernstig blijven hangen in de vorige eeuw”

Gert van der Veen – klimcentrum Bjoeks

Gert van der Veen is de eigenaar van klimcentrum Bjoeks aan de Bieskemaar op Kardinge. “Ik heb het filmpje van Ghost Affect gezien. Het is gedurfd en er is veel show te zien. Ik twijfel wel of hij echt de toren beklommen heeft. Ja, hij heeft de windhaan aangeraakt maar of hij echt naar boven is geklommen? Maar hoe dan ook: deze jongen heeft de aandacht gericht op deze sport en het is de aanleiding dat jij als journalist bij mij op de stoep staat. Dat vind ik leuk.”

“We zien een beweging van georganiseerde sporten naar ongeorganiseerd”
Want Van der Veen vertelt graag over zijn klimcentrum. In het centrum zijn wanden te vinden met gekleurde bevestigingsgrepen waarbij je gezekerd, onder begeleiding, naar boven kunt klimmen. Grote trots is de Excalibur, die met 37 meter hoog en elf meter overhangend een flinke uitdaging vormt. “Met ons gaat het heel goed. Wij zien een beweging van georganiseerde sporten naar ongeorganiseerde sporten. Urban sporten zijn doorgaans individualistischer en minder vereniging gebonden. Straatsporten zitten ook in de lift door de aandacht op sociale media. Zo’n filmpje van Ghost Affect wordt spannend en cool gevonden. Hoewel ik wel twijfel of zo’n filmpje ook leidt tot meer sportbeoefening.”

“Men is minder bereid om risico’s te nemen”
De directeur van Bjoeks verduidelijkt: “De jeugd is in de breedte minder fit geworden. Men is ook veel minder bereid om risico’s te nemen als je dat vergelijkt met dertig jaar geleden. Dat is voor de extremere varianten van urban sports niet goed: je moet dan namelijk best wel wat durven. Van fitness kunnen we rustig vaststellen dat het in de lift zit. Maar zijn er nu ook meer skaters dan dertig jaar geleden? Ik denk dat er voor de technische moeilijkere disciplines belangstelling is maar dat de belangstelling over het algemeen tegen valt.”

“Gros van het budget gaat naar oude sporten”
Feit is dat er door de overheid geïnvesteerd wordt in het bewegen in de openbare ruimte. “Maar we moeten wel constateren dat het sportbeleid van de gemeente ernstig is blijven hangen in de vorige eeuw. Het gros van het budget en aandacht gaat naar de faciliteiten voor oude sporten als voetbal, hockey en schaatsen. De discussie over het ophoesten van honderd miljoen euro voor een nieuwe schaatsbaan op Kardinge is daar een goed voorbeeld van. Het is voor de politiek en de gemeente heel moeilijk om los te komen van oude gewoontes. Dat is jammer.”

“Het is een gewoonte geworden om af en toe iets te beklimmen”

Ghost Affect

Tekst gaat verder onder de foto:

Shiey is net als Ghost Affect een urban climber. Foto: Shiey

“De muziek van Shiey verwijst naar zijn en mijn levensstijl”
Jongeren die minder bereid zijn om risico’s te nemen. Hoe vaak wordt urban climbing beoefend? Cijfers zijn er niet omdat het beklimmen van gebouwen in het grootste geheim plaatsvindt. Op sociale media zijn er verschillende urban climbers te vinden. Een naam die in dit artikel zeker genoemd moet worden is die van Shiey. Ghost Affect: “Shiey is inderdaad bekend. Ik vind de muziek die hij maakt geweldig. Het verwijst naar zowel zijn als mijn levensstijl. En eigenlijk loopt de vergelijking tussen hem en mij daar ook een beetje mank. Ik beklim puur gebouwen. Shiey doet dat ook, maar hij verkent ook verlaten plaatsen en gebouwen. Urban exploring noemt men dat. Eigenlijk kun je zeggen dat Shiey een veel breder palet aan stedelijke activiteiten beoefent dan dat ik dat doe.”

“Voor mij begon het op de middelbare school”
Shiey geeft in zijn filmpjes wel een antwoord op de vraag waarom hij gebouwen en objecten beklimt. Hij benoemt de rust en de stilte die op grote hoogte ‘oorverdovend’ en erg prettig is. Ghost Affect: “Ik denk dat iedereen zijn eigen afwegingen heeft om te gaan klimmen. Voor mij begon het op de middelbare school. Als tiener doe je dingen die soms niet mogen. Op een dag besloot ik om op het dak van mijn school te klimmen. Zo begon het. Ik vond het klimmen prachtig. Daarna ging ik naar grotere gebouwen. De afgelopen jaren is het een soort gewoonte geworden om af en toe iets te beklimmen. Ik kan me eigenlijk geen leven zonder klimmen voorstellen. Ik vind het heel fijn.”

“Wees je bewust van de gevaren”
Eerder in dit artikel werd al de kanttekening geplaatst dat dit artikel niet oproept om gebouwen te gaan beklimmen. Ghost Affect herhaalt dit: “Doe het niet omdat je vindt dat het er ‘cool uitziet’. Begin er alleen mee als je echt van klimmen houdt en bereid bent er je levensstijl van te maken. Want met alle tijd die je hierin investeert wordt het na een tijdje echt een levensstijl. Als je daar bereid toe bent, begin dan klein. En wees bewust van de gevaren van het beklimmen van gebouwen. Want zonder kennis, veel uithoudingsvermogen en veel klimkennis zou het doen van dit soort dingen wel eens een einde van je leven kunnen betekenen. Houd er ook rekening mee dat dit soort klimmen illegaal is. In sommige landen loop je het risico dat je voor heel lang in de gevangenis belandt.

“De verenigingssport is best wel gesetteld terwijl dat voor ons niet geldt”

Peter Buring – 84Studios

Tekst gaat verder onder de foto:

Het breakdancen in Groningen is uniek in zijn soort. Foto: Pete Linforth via Pixabay

Zoals gezegd is urban sports meer dan alleen het beklimmen van gebouwen. Breakdance maakt er bijvoorbeeld ook deel van uit. Aan de Ulgersmaweg vind je 84Studios: de enige breakdance-school in zijn vorm in het Noorden. “Met ons gaat het heel goed”, vertelt Peter Buring. “In deze periode van het jaar is het echt een gekkenhuis. We verzorgen veel workshops. Afgelopen week waren we bijvoorbeeld te gast op verschillende scholen in de stad en ook in Appingedam.”

“Wat heel erg helpt is dat het een Olympische sport is geworden”
Volgens Buring maakt men de laatste jaren een grote groei door. Na jaren in Backbone gezeten te hebben is er met bloed, zweet en tranen een eigen ruimte gerealiseerd aan de Ulgersmaweg. “Ik was 13 jaar oud toen ik begon met breakdansen. In heel Nederland waren er op dat misschien, je hebt het over 27 jaar geleden, ongeveer honderd jongens die dat deden. Hiphop werd gezien als iets slechts. Er werd niet positief tegen de cultuur aangekeken. Dat is de afgelopen jaren veranderd. Vorig jaar bestond hiphop vijftig jaar. Daar is veel aandacht voor geweest. Wat ook helpt is dat het vanaf dit jaar een Olympische sport is. Wij merken heel duidelijk dat dit de jeugd aanspreekt.”

“Samenwerking met de gemeente verloopt soepel maar kan beter”
Ondanks dat de belangstelling groeit is dat op beleidsniveau niet te zien. “Wat we als sector hebben opgezet is grotendeels aan onszelf te danken. De samenwerking met de gemeente verloopt soepel maar het kan beter. Een voorbeeld. De gemeente wil graag dat er eens per jaar een urban sports evenement wordt georganiseerd. Daar wordt een budget voor beschikbaar gesteld, waarbij qua geld één discipline zich kan presenteren, terwijl men zes disciplines neer wil zetten. De wil is er, maar het is niet genoeg. Daarom zou ik er ook wel voor willen pleiten om ons een goed subsidiebedrag te geven. Wij weten hoe we met minimale middelen het maximale neer kunnen zetten.”

“Wat er qua urban sports in Groningen is, is volledig aan ons zelf te danken”
In de gemeenteraad is de afgelopen periode gesproken over nieuwe sportcomplexen in Meerstad en De Held III. Daarbij ging het over het realiseren van sportvelden voor de traditionele sportverenigingen. Buring baalt daar van: “De verenigingssport is best wel gesetteld. Terwijl dat voor ons niet geldt. Wat ik al zei, wat er nu is, dat is volledig aan ons zelf te danken. Het zou bijvoorbeeld fantastisch zijn als er een tweede Kardinge komt waar je urban sports kunt beoefenen. Want wat nog niet genoemd is: qua breakdance dansen wij in Groningen anders dan in Eindhoven of Parijs. Het is familie van elkaar, maar het is allemaal net even anders. In een urban sportcentrum kun je workshops geven en kun je grote evenementen organiseren waardoor men vanuit het buitenland naar Groningen komt zodat we de Groningse breakdance cultuur, die dus uniek is, op de kaart kunnen zetten.”

“Bij BMX wordt er fanatiek en op een hoog niveau gesport”

Keanu de Plaa – BMX-docent

Tekst gaat verder onder de foto:

De faciliteiten om in Groningen te BMX’en zijn beperkt. Foto: Rieks Oijnhausen

Keanu de Plaa sluit zich bij die wens aan. Een groot urban sportcentrum zou wat hem betreft een heel goed idee zijn. De Plaa geeft in de stad BMX-workshops als zzp’er en is daarnaast werkzaam bij het Colosseum aan de Koningsweg. Het Colosseum richt zich op skaters, BMX’ers, inlineskaters en steppers. BMX is één van de urban sports die weer uit vijf disciplines bestaat: BMX Freestyle, BMX Street, Park, Dirt, Vert & Flatland.

“Elke vrijdag kunnen kinderen een fiets lenen en proberen of het iets voor ze is”
“Afgelopen week hebben we in Beijum twee grote BMX-sportevenementen gehouden. Op Plein Oost hadden we een mobiele baan neergelegd waar we demonstraties hebben gegeven en waarbij kennis kon worden gemaakt met de sport. Op het Dirtpark in Beijum hebben we een BMX Jam gegeven met shows en presentaties. Op dit Dirtpark is het overigens elke vrijdag mogelijk voor kinderen om gratis een BMX-fiets te lenen waarmee je kunt proberen of het iets voor je is.”

“Colosseum is de enige overdekte locatie in het Noorden”
De Plaa spreekt vol enthousiasme over zijn sport. “In Groningen doen we het niet slecht. Het Colosseum is uniek in zijn soort in het Noorden. Als je overdekt wilt BMX’en dan is dit de enige plek in de noordelijke provincies waar je terecht kunt. Maar je zult er wel voor moeten zorgen dat dit zich verder kan ontwikkelen. Qua faciliteiten buiten is het een heel ander verhaal. In Beijum is er een mooi dirtpark dat in de zomermaanden gebruikt kan worden. Ook in het Stadspark zijn er faciliteiten. Het tweede deel van die faciliteiten zou dit jaar gerealiseerd worden, maar lijkt vertraging te hebben opgelopen, waarbij het laatste geluid is dat er niks meer komt. Dat is zorgelijk. Ook omdat je ziet dat er in andere steden flinke stappen worden gezet in het realiseren van outdoor faciliteiten. In Leeuwarden wordt op dit vlak veel meer gerealiseerd. Groningen wordt wat dat betreft ingehaald.”

“BMX’en is een topsport die groeit”
Het BMX’en groeit, hoewel het volgens De Plaa nog wel een kleine community is. De Urban Sports Agenda van de gemeente zorgt dat de sport in de schijnwerpers wordt gezet, waarbij regelmatig workshops worden gegeven. Ook de ontwikkeling naar Olympische sport draagt bij. Tegelijkertijd moet De Plaa wel iets van het hart: “Bij veel mensen leeft bij BMX’en het beeld dat het jochies zijn die op fietsjes op straat rondhangen en blowen. Maar dat beeld past niet meer bij deze tijd. Er wordt fanatiek en op een heel hoog niveau gesport. Het is topsport die groeit.”

“Grote voordeel van urban sports is dat je het kunt beoefenen wanneer jij wilt”
De Plaa: “Wat je in Groningen ziet is een voorzichtige verschuiving van de traditionele verenigingssport naar bijvoorbeeld urban sports. Het grote voordeel van deze sporten is dat je de sport kunt beoefenen wanneer jij wilt. Een dirt- of BMX-park is altijd open. Je bepaalt zelf hoe, wanneer en met wie. Je kunt het ook individueel beoefenen, hoewel mijn advies zou zijn om het wel samen of in een groepje te doen. Samen kun je de lat steeds hoger leggen en sterker worden.”

“Groningen als urban sporthoofdstad? Waarom niet?”
Een groot urban sportcentrum ziet de BMX-docent als ideaal toekomstbeeld. “We moeten trots zijn op het Colosseum. Maar wanneer de sport groeit zijn de mogelijkheden beperkt. Een nieuw Colosseum integreren in een urban sportcentrum, met alle urban sports die we hebben, lijkt mij heel verstandig. De verschillende sporten zullen elkaar versterken, er kunnen evenementen worden gehouden en je zult internationaal ook de aandacht trekken. Daarnaast kun je kleine BMX-parkjes in de wijken en dorpen aanleggen. Groningen als urban sporthoofdstad? Waarom niet?”

“Iemand die BMX leuk vindt, vindt graffiti vaak ook erg interessant”

Elroy Gramsbergen – graffitidocent

Tekst gaat verder onder de foto:

Graffitikunstenaar Elroy Gramsbergen (r) aan het werk samen met Quinten van Duuren (m) en Sebastiaan Baar (l). Foto: Sebastiaan Scheffer

“Ik kijk soms wel eens jaloers naar Amsterdam of Utrecht”, vertelt Elroy Gramsbergen. “In Amsterdam heb je NDSM. Een voormalige scheepswerf die tegenwoordig als broedplaats fungeert. Je kunt er graffitiën, er zijn expositieruimtes maar ook het museum STRAAT is er gevestigd, dat zich richt op street art en graffiti. Dat hebben we in Groningen niet.” Gramsbergen is in Groningen graffiti-artiest en geeft jaarlijks ook tientallen workshops. Ook graffiti wordt beschouwd als een urban sport. “Dat het een onderdeel is van de urban community zie je ook duidelijk terug. Jongens die BMX’en vinden graffiti ook leuk. Iemand die breakdance leuk vindt vind je ook terug bij graffiti. Het hoort bij elkaar, het versterkt elkaar.”

“Er zijn lokale graffiti-scenes ontstaan”
In Groningen is de graffiti-scene relatief klein, maar deze groeit flink. “Er zijn door de gemeente verschillende plekken aangewezen waar we legaal graffiti aan mogen brengen. De Noordzeebrug, de Van Iddekingeweg en ook in het gebouw van Backbone aan de Travertijnstraat krijgen we veel ruimte. Het aantal workshops dat ik geef groeit flink. Wat ik zie is dat tieners het leuk vinden en er na de workshops ook mee bezig blijven. Er zijn de afgelopen jaren lokale graffiti-scenes ontstaan in Ten Boer, Thesinge, Uithuizen en Warffum. Het blijft niet bij één keer. Men gaat door en men ontwikkelt zich.”

“Wij laten zien dat je met graffiti hele mooie kunstwerken kunt maken”
Dat de interesse groeit heeft ook te maken met hoe er vanuit de gemeenschap tegen graffiti wordt aangekeken. “Nog niet zo lang geleden werd graffiti gezien als vandalisme. Graffiti was het aanbrengen van een handtekening. Maar de laatste jaren laten wij in de openbare ruimte zien dat je met de verf hele mooie kunstwerken kunt maken. De muurschilderingen in Beijum bijvoorbeeld of de wanden van een tunnel bij Haren die een onderwaterthema hebben gekregen. En de bloem die kunstenaar Sebastiaan Baar onlangs heeft aangebracht bij voetbalstadion Euroborg. De vorm wordt omarmd, het wordt mooi gevonden en de interesse groeit.”

“De ruimte is beperkt”
En daar wringt tegelijkertijd ook de schoen. “Ik vergelijk het wel eens met schimmel. Mooie kunstwerken worden aangebracht op de legale plekken die vervolgens overgespoten worden door kinderen die een aantal spuitbussen in hun vaders schuur hebben gevonden. Wij leggen er daarna weer een nieuw werk over heen. Schimmel komt, wij halen het weer weg en vroeg of laat komt de schimmel weer terug. Het spuiten met verfbussen fascineert. En iedereen moet goed kunnen oefenen. Maar de ruimte is beperkt.”

“Wat er nu gebeurt vindt plaats aan de randen van de stad”
Wat er qua graffiti in Groningen is opgebouwd is met eigen middelen gefinancierd. “Ik betaal alles zelf. In andere steden zie je dat er gesubsidieerd of gesponsord wordt. Ik denk dat het heel goed zou zijn als de bureaucratie vermindert, waardoor er qua graffiti meer mogelijk is. Dat je leuke urban festivals organiseert waar je de verschillende urban sporten samen laat komen. Dan kan ook prima een keertje op de Grote Markt. Wat er nu gebeurt vindt allemaal plaats aan de randen en niet in de volle zichtbaarheid.”

“Een plek als voormalig buitenbad zwembad Scharlakenhof biedt geweldige opties”
Gramsbergen sluit zich ook aan bij de andere sprekers om een groot urban centrum te realiseren. Daarbij kijkt de docent naar het voormalig buitenbad van zwembad Scharlakenhof bij Haren. “De mogelijkheden die zo’n plek biedt, daar droom ik al heel lang van. Natuurlijk weet ik niet of het op deze plek kan. Maar zo’n locatie, of die er op lijkt, zou veel mogelijkheden bieden. Het bad biedt ruimte om sporten als BMX en skateboarden aan te bieden. Daar om heen kun je muren of platen aanleggen waar je op kunt graffitiën. Als we zoiets kunnen realiseren dan zou het een geweldige impuls betekenen en daarmee kunnen de urban sports naar een hoger niveau worden getild. Een plek waarmee we Groningen op de kaart zetten, waarvan men in het buitenland zegt, wow wat vet. De behoefte is er. Een voetbalveld is nodig. Maar urban-faciliteiten zijn dat ook. En dat wordt nu niet meegenomen. Wat er nu is, dat is grotendeels door mensen zelf opgezet. En dat is krom.”

“Burj Khalifa lijkt me een prachtige uitdaging”

Ghost Affect

Tot slot nog even terug naar Ghost Affect. Want kunnen we hem binnenkort opnieuw verwachten in Groningen voor het beklimmen van een gebouw? “Of ik Groningen ooit weer eens ga bezoeken dat weet ik niet … ik heb wel wensen. Het gaat om gebouwen die nu nog boven mijn niveau liggen. Je moet denken aan Burj Khalifa in Dubai, de Empire State Building en de Jeddah Tower in Djedda in Saoedi-Arabië. Dat lijken me prachtige uitdagingen.”

Om tot de gestelde conclusie te komen heeft OOG Tv met diverse organisaties gesproken. Niet alle bijdragen hebben dit artikel gehaald. Ook heeft een aantal organisaties niet gereageerd op het verzoek om in gesprek te gaan, waardoor dit artikel bij benadering een conclusie is hoe de urban community tegen de situatie aankijkt.