Het gemeentebestuur sorteert steeds nadrukkelijker voor op een einde van de ijsbaan in sportcentrum Kardinge, vindt de raadsfractie van het CDA. De partij dient daarom komende woensdag een motie in die dit moet voorkomen.
De gemeenteraad buigt zich woensdag weer over de toekomst van Kardinge. Er komt een nieuw sportcentrum, maar mogelijk wel zonder ijsbaan. Een nieuwe ijsbaan kost 100 miljoen euro en dat geld heeft de gemeente niet, aangezien er ook een oplossing moet komen voor de Oosterpoort (Nieuwe Poort) en MartiniPlaza. De gemeente is tot nu toe de enige financier voor de nieuwbouw van Kardinge en hoopt op bijval van de regio en het rijk, maar die blijft vooralsnog uit.
Onder de gebruikers heeft de dreigende sluiting van de ijsbaan voor veel onrust gezorgd. Eind vorige maand werden nog vijftienduizend handtekeningen aan het gemeentebestuur aangeboden om de ijsbaan te behouden in het nieuwe Kardinge.
‘IJsbaan schrappen onvoorstelbaar’
Volgens het CDA lijkt het erop dat het voor het Groninger college al duidelijk is wat er met Kardinge gaat gebeuren: het einde van de ijsbaan. In twee van de drie toekomstscenario’s die aan de gemeenteraad zijn voorgeschoteld, sneuvelt de ijsbaan tussen Beijum en Lewenborg. Het CDA in de raad wil dit voorkomen en probeert de ijsbaan aanstaande woensdag met een motie te behouden.
“De onwil van gemeentebesturen om tijdig te sparen voor renovatie mag niet het einde van de schaatssport in Groningen betekenen,” aldus CDA Groningen fractievoorzitter Jalt de Haan. “Voor honderdvijftigduizend bezoekers per jaar, twaalf sportverenigingen, de topsport en de allure van een grote gemeente als Groningen is de ijshal in Kardinge onmisbaar. Bij de toekomst van andere investeringsprojecten, zoals de nieuwe Oosterpoort en MartiniPlaza, worden ook geen voorstellen uitgewerkt zonder hun belangrijkste functies. Dat het college in twee van de drie scenario’s bij Kardinge wel de ijsbaan schrapt, is voor mij onvoorstelbaar.”
Daarom moeten de scenario’s zonder ijsbaan nu van tafel, besluit De Haan: “Het is van belang dat schaatsminnend Groningen snel deze duidelijkheid krijgt.”