Expositie oorlogsverhalen Indische en Molukse Groningers krijgt vervolg: “Herdenken is belangrijk”

nieuws
Foto: ingezonden

De expositie waarbij op panelen de oorlogsverhalen van Indische en Molukse Groningers verteld wordt krijgt dit jaar een vervolg. Volgens initiatiefnemer Egbert Pikkemaat wordt het onderdeel van de Groningse herdenking die op 15 augustus plaatsvindt.

Hoi Egbert! Twee jaar geleden organiseerde je voor het eerst een expositie …
“Klopt. In de afgelopen twee jaren vond het plaats in het Floreshuis. De aanleiding was indertijd om het verhaal van mijn oma te vertellen. Mijn oma en haar gezin brachten de Tweede Wereldoorlog door in voormalig Nederlands Indië. In een Japans interneringskamp heeft mijn oma haar autistisch geboren dochtertje zien sterven. Het enige aandenken dat ze aan haar had, een bloem dat tijdens het opbaren in haar dode handjes was gedrukt, kwam na de oorlog mee terug naar Nederland. Toen ik dat terugvond besloot ik om dit verhaal te gaan vertellen. Die eerste editie heb ik toen aangevuld met verhalen van drie andere mensen. En daar kwam ontzettend veel respons op.”

Kun je zeggen dat het zich als een inktvlek verspreidde?
“Ik denk dat er de afgelopen jaren iets is veranderd. Er is een klimaat ontstaan dat mensen willen praten. Onderwerpen die gevoelig lagen in de maatschappij worden de laatste jaren toch besproken. Naarmate er generaties verstrijken wordt de toon naar elkaar toe milder en dat begint zich zo langzamerhand af te tekenen. Daarom is het ook zo belangrijk om juist nu te herdenken.”

In vergelijking met de voorgaande twee edities gaat er straks in augustus wel wat veranderen …
“Dat kun je wel zeggen. Dit keer vindt het op 15 augustus plaats in de Martinikerk. Dus niet meer in het Floreshuis. En eigenlijk is het een beetje noodgedwongen, want het project is het afgelopen jaar verder gegaan. De expositie bestaat nu uit veertig panelen met 35 verhalen. Dat is groot en dat past allemaal niet zo goed meer in het Floreshuis, ook omdat de verwachting is dat er flink wat mensen op de expositie af zullen komen. Op 15 augustus, de dag van de Indië-herdenking, gaat het plaatsvinden. En dat is geweldig, hoewel het wel jammer is dat het maar één dag zal zijn.”

Welke verhalen komen mensen straks op 15 augustus tegen?
“In ons land eindigde de Tweede Wereldoorlog in het voorjaar van 1945. In Azië ging de oorlog door tot in augustus. Eén van de verhalen gaat over een man die onderdeel uitmaakt van de eerste lichting mariniers die naar Nederlands-Indië gaat om daar te helpen om de kolonie te bevrijden van het Japanse juk. Van Nederland gingen ze naar Engeland om vervolgens in Amerika een opleiding te volgen. Terwijl ze daar waren vielen de atoombommen op Nagasaki en Hiroshima. Het was het einde van het oorlogsgeweld. De Amerikanen waren ook helemaal niet gemotiveerd meer om trainingen te geven. De Nederlandse regering had die motivatie wel. Bij deze mannen was er teleurstelling dat ze niet meer konden bijdragen aan de bevrijding van Nederlands-Indië. Er was nu echter een nieuwe vijand ontstaan: de Indonesische bevolking die streed voor een zelfstandige republiek.”

Nederland wilde de kolonie voortzetten maar de bewoners wilden onafhankelijk verder waarbij onder leiding van Soekarno de onafhankelijkheid werd uitgeroepen …
“Dat is een mooi bruggetje naar een ander verhaal dat te zien zal zijn. Dat gaat over de Orang Blanda Itam. Nederland had soldaten nodig die in de kolonie konden vechten, om de orde te herstellen. Soldaten werden geronseld in Ghana, in Afrika. Dat was toen van de Engelsen. Maar de Engelsen deden niet aan slavernij. De Nederlanders bedachten daarom een truc. Ze kwamen in Nederlandse dienst om in de kolonie tegen de Atjehers te vechten. Het contract dat ze hadden kon afbetaald worden met soldij. Lukte dit dan kregen ze de vrijheid terug en werden ze gelijk gesteld aan de Nederlanders.”

Welke consequenties had dit?
“Wanneer ze hun vrijheid terug hadden gekregen was het leven prima. Velen begonnen er een leven. En zo werden er kinderen geboren die afstamden van zwarte Afrikanen. Meisjes die een hele andere lichaamsbouw hadden dan hun vriendinnetjes. En dat zie je ook heel mooi terug op één van de panelen. De verteller van dit verhaal laat op haar paneel een foto zien van haar oma waarin heel duidelijk de Afrikaanse gelaatstrekken te herkennen zijn. Enkele daarvan herkent ze ook in zichzelf.”

Waar gaat dit project met de panelen stoppen?
“Eigenlijk had ik vorig jaar zullen stoppen maar er kwam een mooie subsidie binnen waardoor we het aantal verhalen flink uit hebben kunnen breiden. Bij een subsidie moet je overigens niet denken aan grote bedragen. Met dit geld hoeven we niet de materialen die we gebruiken, zelf te betalen. Nu kom je langzamerhand op een punt dat je veel verhalen hebt. Verhalen die samen verschillende perspectieven bieden zodat je op een hele rijke manier naar dit onderwerp kunt kijken. Ik denk dat het heel goed is dat we de komende jaren de verhalen aan zoveel mogelijk mensen laten zien.”

Bedoel je daarmee dat er geen nieuwe verhalen meer worden toegevoegd?
“Als er nieuwe subsidies beschikbaar worden gesteld, dan is dit wel degelijk een mogelijkheid. Wat ik al zei, de tijd is rijp om te vertellen. Ik merk ook dat we niet zoveel moeite hoeven te doen om mensen te zoeken die hun verhaal willen vertellen. Maar waar we nu mee bezig zijn is de verhalen in audio vast te leggen. We zijn gaan samenwerken met een bedrijf dat de teksten op een professionele manier inspreekt. Als je een QR-code scant komt het verhaal in audio tot je. Dat zouden we voor alle panelen beschikbaar willen maken. En wat ik daarnaast zie is dat je gedurende dit project leert. Dingen die in het begin op een bepaalde manier gegaan zijn, zouden nu anders aangepakt worden. Dus wellicht willen we de eerste panelen gaan verbeteren.”

Je vertelde al dat je het jammer vindt dat het alleen op 15 augustus is te zien in de Martinikerk …
“Het zou heel mooi zijn als zoveel mogelijk mensen hier kennis van nemen. Ik zit ook te denken aan de jongeren. Om een goede discussie te kunnen voeren heb je allereerst kennis nodig. Er is een mooi gezegde dat luidt: ‘de man die doof is lacht om de man die danst op de muziek’. De dove man weet niet wat muziek is en ziet ineens iemand die hele vreemde bewegingen maakt. Daarmee wordt dus bedoeld dat je alle informatie nodig hebt om te begrijpen wat er zich afspeelt. De panelen zouden een onderdeel kunnen zijn van geschiedenislessen. Ik denk dat er op dat vlak hele mooie kansen liggen.”

De Indië-herdenking vindt plaats op 15 augustus op het Martinikerkhof.