Een gemiddeld kind in onze gemeente bracht vorig jaar 460 uur door bij een kinder- of buitenschoolse opvang. Dat is fors meer dan in 2020 toen het om 390 uur ging. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS.
Daarmee gingen kinderen in onze gemeente veel vaker naar een opvang in vergelijking met andere Groningse gemeenten. Het provinciaal gemiddelde lag vorig jaar op 354 uur. In Pekela maakten kinderen het minst vaak gebruik van opvang: 198 uur. In Veendam ging het om 320 uur en in het Westerkwartier om 367. Het CBS meldt dat de cijfers gebaseerd zijn op het totaal aantal kinderen tot en met elf jaar, dus ook de kinderen die nooit naar een opvang gaan.
De cijfers vertellen niet het hele verhaal. Ouders die hun kinderen naar een opvangplek willen brengen hebben te maken met wachtlijsten. Gemiddeld gaat het om een wachttijd van enkele maanden. Oorzaak is dat er niet genoeg locaties zijn waar opvang wordt aangeboden. Ondertussen is er ook een groot tekort aan personeel: landelijk staan er 7.200 vacatures open. Het nieuwe kabinet heeft als plan om kinderopvang gratis te maken. De verwachting is dat het personeelstekort dan nog groter wordt waarbij dit in 2034 is opgelopen naar 42.000.