Molen in Thesinge blijkt (ruim) honderd jaar ouder dan gedacht

nieuws
Foto: Gerrit Kiekebos voor het Groninger Landschap

Dendrochronologisch onderzoek, zeg dat maar eens drie keer snel achter elkaar. Moeilijk woord, maar wel belangrijk voor de Germania, de molen in Thesinge. Dit onderzoek toonde aan dat de korenmolen in het dorp waarschijnlijk honderd jaar ouder is dan tot nu toe gedacht.

Volgens het Groninger Landschap, de eigenaar van de molen, werd tot nu toe altijd aangenomen dat de stellingmolen (te herkennen aan het ‘balkon’ rond de molen) uit 1825 kwam. Bakker Roelf Cornelis Mulder bouwde het werktuig ter vervanging van een oudere standerdmolen. Drie decennia later werd de molen verbouwd tot stellingmolen. Zo kan de molen, hoog boven de huizen van Thesinge uit, meer wind vangen.

Jaarringen tellen en meten

Maar de verhalen moeten worden aangevuld met nieuw onderzoek, want onderzoek wijst uit dat de molen een langere geschiedenis kent. Althans, het hout waar de molen mee is gebouwd. Volgens het Groninger Landschap waren daar al vermoedens over. Daarom werd er zogenaamd ‘dendrochronologisch onderzoek’ gedaan. Moeilijk uit te spreken, maar simpel gezegd komt het er op neer dat er monsters zijn genomen uit het hout, waarna de jaarringen zijn geteld en gemeten.

Noorse bomen

Door dit te vergelijken met hout waarvan bekend is wanneer dit nog onderdeel was van een boom, is te achterhalen hoe oud het hout is en waar het vandaan komt. De uitslag: het hout is grenenhout, afkomstig uit Noorwegen en komt van een boom die daar is gekapt in 1728. Dit hout werd vervolgens gebruikt voor de bouw van de molen in 1729-1730, bijna honderd jaar eerder dan gedacht.

Meer onderzoek nodig

“De ontdekking onderstreept het belang van molen Germania als historisch erfgoed”, laat het Groninger Landschap weten. Dit biedt een dieper inzicht in de geschiedenis van Thesinge en de molen zelf. De bevindingen roepen ook nieuwe vragen op. Is de constructie van 1730 wellicht hergebruikt in de bouw van de molen in 1825? En waar kwam deze constructie oorspronkelijk vandaan? Deze vragen openen nieuwe mogelijkheden voor verder historisch en bouwhistorisch onderzoek.”