OM eist vijf jaar cel en tbs voor gewelddadige verkrachting medewerkster LVV-opvang in Stad

nieuws
De opvanglocatie bed-bad-brood aan de Osloweg. Foto: eigen foto

Het Openbaar Ministerie heeft een gevangenisstraf van vijf jaar en TBS met dwangverpleging geëist tegen een 33-jarige uitgeprocedeerde asielzoeker omdat hij in mei vorig jaar een medewerkster van de LVV-opvang van Inlia aan de Osloweg in Stad heeft verkracht en gegijzeld.

Het incident vond plaats op 29 mei vorig jaar. De man bedreigde de destijds 20-jarige vrouw met een mes, waarna hij haar verkrachtte. De verdachte was daar dezelfde avond voor het eerst aangekomen. De politie wist de medewerkster uiteindelijk te bevrijden door de deur van de kamer open te breken met een stormram. De verdachte, naar verluidt een ex-kindsoldaat uit Sierra Leone, werd aangehouden.

“Het moet vreselijk geweest zijn,” stelde de officier van justitie. “Een man met een mes die haar verkracht. Hij had de deur gebarricadeerd en de kamer dubbel op slot gedaan. De verdachte ging zelfs door terwijl de politie al bezig was de deur open te maken.”

Verkeerde medicatie

De man, die zijn twintigjarige verblijf in Nederland voor het grootste deel in de gevangenis doorbracht, zou enkele uren voor het incident op eigen initiatief vertrokken zijn uit een kliniek van de Dienst Justitiële Inrichtingen in het Overijsselse Balkbrug. Hoewel de man niet verplicht was opgenomen, ging hij in tegen het advies van zijn begeleiders. De verdachte stelde in de rechtszaal dat de verkrachting en gijzeling het gevolg waren van verkeerde medicatie.

Het OM ziet daarvoor geen bewijs. De man zou wel dronken zijn geweest en al eerder op de avond hebben verklaard dat hij iemand zou gaan verkrachten, aldus het OM.

Onbehandelde terugkeer in welke maatschappij dan ook niet wenselijk

Hoewel de verdachte een uitgeprocedeerde asielzoeker is, wil het OM dat de man in Nederland een TBS-behandeling krijgt na zijn celstraf. “Een onbehandelde terugkeer in welke maatschappij dan ook is niet wenselijk,” stelt het OM. “Ondanks het feit dat er op dit moment geen duidelijkheid is over hoe een TBS-maatregel zich in het geval van de verdachte zal ontwikkelen, prevaleert hier het belang van een veilige samenleving boven het persoonlijk belang van de verdachte.”

De zaak moet nog inhoudelijk worden behandeld. Daarna wordt pas bekend wanneer de rechtbank uitspraak doet tegen de verdachte.