In de gemeenteraad worden woensdag de gemeenterekeningen besproken. Op het thema onderwijs is dat een goed moment om te beschouwen hoe het er in de gemeente op dit gebied voor staat. Conclusie: de onderwijswethouder doet erg goed werk maar op verschillende gebieden zijn er wel zorgen.
Yaneth Menger van Stadspartij 100% voor Groningen: “We hebben een wethouder die zich vol passie inzet om het onderwijs te verbeteren. Daar geeft ze haar hart voor. De afgelopen jaren heeft dit ook al mooie resultaten opgeleverd.” Alle partijen zijn het daar mee eens. Maar dat betekent niet dat er achterover geleund kan worden. Er zijn namelijk ook zorgen. Wesley Pechler van de Partij voor de Dieren: “We zien dat het geldbedrag dat beschikbaar is voor volwasseneducatie niet volledig is ingezet. Er is zeven ton op de plank blijven liggen.”
Rosalie van der Heide (ChristenUnie): “Bieden van gelijke kansen begint bij het kind”
Rosalie van der Heide van de ChristenUnie sluit zich daar bij aan: “Het bieden van gelijke kansen begint bij het kind. Maar ook op latere leeftijden is het belangrijk om daar op in te zetten. Dat je mogelijkheden biedt als mensen op latere leeftijd willen leren lezen waardoor deze mensen beter mee kunnen doen in de maatschappij.” Jalt de Haan van het CDA vraagt zich af of de ChristenUnie een plan heeft om dit te bewerkstelligen. Van der Heide: “Dat heb ik niet. Maar er is budget. Ik denk dat het heel goed is dat we inzetten op het bereiken van mensen.”
Wethouder Carine Bloemhoff (PvdA): “In gesprek met ministerie om middelen breder in te kunnen zetten”
Volgens wethouder Carine Bloemhoff (PvdA) van Onderwijs zijn de cijfers op dit gebied niet helemaal juist. “De grootste problemen lijken zich voor te doen in het oosten van de provincie. Niet in onze regio. Het klopt dat er geld op de plank is blijven liggen. Daarom zijn we in gesprek met het ministerie van Onderwijs, Cultuur een Wetenschappen of we deze middelen ook breder in kunnen zetten. Het geld is nu geoormerkt voor een bepaald doel. Die gesprekken lopen nog.”
Wesley Pechler (Partij voor de Dieren): “Taalniveau kinderen ligt onder het gemiddelde”
Een grotere zorg is de taalachterstand. Pechler: “Steeds meer kinderen hebben moeite met lezen. Enkele jaren geleden bevond het niveau in onze gemeente zich nog net boven het landelijk gemiddelde. De afgelopen jaren zaten we rond het gemiddelde en volgens de laatste CITO-cijfers komen we onder het gemiddelde te zitten.” Kelly Blauw van de PVV: “Deze zorg delen wij. Maar waar ligt het volgens u aan? Komt het door het huidige leersysteem?” Pechler: “We moeten meer inzetten om het lezen weer leuk te maken. Daar ligt ook een taak voor de ouders. Door de digitalisering vinden kinderen het leuker om filmpjes op mobieltjes te kijken dan om in een mooi boek te duiken. En dat heeft ook deels te maken aan het huidige leersysteem.”
Wethouder Carine Bloemhoff: “Groot aantal kinderen komt al met een taalachterstand op school”
Bloemhoff is het daar mee eens: “Als gemeente gaan we niet over de lesmethoden die worden aangeboden. Wat we zien is dat een groot aantal kinderen al met een taalachterstand op school terecht komt. Daarom moeten we blijven inzetten op taalinterventies. Ook schoolbibliotheken zien we als een oplossing. De boodschap die we vooral willen uitdragen is dat lezen leuk is en dat je dat moet doen. Dat willen we vooral bevorderen. Ons gevoel is dat we nu vooral aan de achterkant zitten, waarbij we meer aan de voorkant willen komen. De investeringen die we op dit vlak doen, die helpen overigens. De afgelopen jaren hebben we veel oog gehad voor scholen waar kinderen met sociale achterstanden zitten. Die scholen scoren nu gemiddeld beter dan de andere scholen.”
“Wantrouwen tegen instituten is fors, krijg dat maar eens uit de hoofden”
Op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie zijn er volgens Bloemhoff terechte zorgen. Student & Stad ziet dat waar er eerst nog 94 procent bereikt werd, dit nu nog maar 81 procent is. Bloemhoff: “Het is lager dan in het verleden. En daar zijn we niet tevreden mee. Enerzijds heeft dat te maken met de rekenmethodes die we gebruiken maar ook de toeslagenaffaire heeft er in gehakt. Het wantrouwen tegen instituten is fors. Verschillende groepen in de samenleving vinden voor- en vroegschoolse educatie heel spannend. En krijg zoiets maar uit de hoofden van de mensen. We zetten extra in op bijvoorbeeld brugfunctionarissen in de noordelijke wijken en ook de GGD is hier bij betrokken.” Pablo Vermerris van Student & Stad: “De kern van het probleem is dus wantrouwens jegens de overheid. Hoe neem je dit wantrouwen weg?” Bloemhoff: “Door te vertellen wat de kansen voor kinderen en hun ouders zijn als je er wel gebruik van maakt. Het sturen van brieven heeft geen effect want die worden niet gelezen. Dus je moet inzetten op andere middelen.”
Rozemarijn Gierkink (PvdA): “Muziek onderdeel maken van de verlengde schooldag”
Ook zijn er zorgen over de verlengde schooldag. De verlengde schooldag houdt in dat één of meer schooldagen per week met één of enkele uren verlengd worden, of dat de woensdagmiddag wordt benut voor extra onderwijstijd. Rozemarijn Gierkink van de PvdA: “Daar liggen mogelijkheden. Maar het lerarentekort zit ons daar in de weg. Onze wens zou bijvoorbeeld zijn om muziek onderdeel te maken van deze schooldag.” Jalt de Haan van het CDA: “Leraren bepalen de kwaliteit van het onderwijs. Door het tekort aan leraren staat de kwaliteit onder druk. Dat zien we ook terug in deze stukken die we vandaag bespreken. Bij een verlengde schooldag wordt er nog meer gevraagd van docenten. Hoe kijkt de wethouder hier tegen aan?”
Wethouder Carine Bloemhoff: “Bij de verlengde schooldag werken we met sportcoaches”
Bloemhoff erkent dat een verlengde schooldag veel mogelijkheden biedt om wat extra’s te kunnen doen: “Maar we zetten hier geen leraren voor in. We werken met bijvoorbeeld slimme sportcoaches die deze taak op zich nemen. Op dit moment bieden we de verlengde schooldag aan op 23 scholen. Dat willen we uitbreiden naar 33. Zo zijn we op dit moment bezig in Ten Boer om dit uit te rollen. Wel is het belangrijk dat scholen zelf aangeven waar ze behoefte aan hebben.”
“Het gaat om durven en willen investeren”
D66 maakt zich zorgen over de schoolmaaltijden. Deze staan onder druk. Jim Lo-A-Njoe: “Het mag niet zo zijn dat kinderen straks weer met een lege maag in de klas zitten.” Op dit vlak en dat geldt ook voor het lerarentekort, doet de wethouder een beroep op de fracties die lijntjes hebben in Den Haag. “Het gaat om durven en willen investeren in het onderwijs. Partijen die zich daar voor inzetten vinden mij aan hun zijde. Om dit te kunnen doen is structureel geld nodig.”
“Ik ben niet van de zesjes-cultuur”
Bloemhoff is tot slot blij met de complimenten die ze in ontvangst mag nemen. “Ik ben niet een wethouder die van de zesjes-cultuur is. Ik wil het beste voor het onderwijs. Vanuit die passie werk ik. En daar kan altijd een schepje bij.”
Binnenkort wordt in de gemeenteraad het voorjaarsdebat gevoerd. Geen van de partijen is op dit moment van plan om op dit onderwerp moties in te dienen.