Opnieuw zijn er vernielingen gepleegd aan een regenboogbankje. Het bankje bij de Herman Colleniusbrug in de Noorderplantsoenbuurt is toegetakeld met witte verf.
“Ik maakte vanochtend een ommetje met de hond toen ik het zag”, vertelt fractievoorzitter Paula Benjamins-van Oudheusden van D66 in Provinciale Staten. “Bij de Herman Colleniusbrug staan twee bankjes naast elkaar. Het regenboogbankje, dat er sinds kort staat, is beklad met witte verf. Het andere bankje is onaangetast. Ik snap niet waarom mensen dit doen. Zo’n bankje doet je niks.”
Paula Benjamins-van Oudheusden: “Ik vind het heel triest”
Vanwege de viering van Roze Zaterdag zijn de afgelopen periode acht regenboogbankjes geplaatst op verschillende plekken in de gemeente. Onlangs werd het bankje aan de Zonnelaan in Paddepoel al beklad met verf. Ook een bankje aan de Kerklaan in Haren werd besmeurd met verf. Later werd dit bankje helemaal uit de grond getrokken en midden op de weg geplaatst. Benjamins-van Oudheusden plaatste een bericht van de vernieling op sociale media: “De reacties die ik lees, vind ik heel triest. Waarom kunnen we geen respect voor elkaar hebben. We willen toch allemaal dat andere mensen gelukkig kunnen zijn? Ik snap het echt niet.”
Jim Lo-A-Njoe (D66): “Als politicus vind ik dat ik mij moet uitspreken”
De politica sluit zich daarmee aan bij de woorden die D66-fractievoorzitter Jim Lo-A-Njoe al eerder sprak: “De vernielingen geven alleen maar aan dat de acceptatie van de LHBTIQ+-gemeenschap voor sommige groepen nog ver te zoeken is. Er is werk aan de winkel. Dilemma is of je hier aandacht aan moet besteden waarbij er het risico is dat het weer andere reacties uitlokt. Ik vind dat ik mij als politicus uit moet spreken dat het noodzakelijk is om te blijven investeren in het zichtbaar maken van onze regenbooggemeenschap. En dat we er alles aan doen om de acceptatie te vergroten.”