Martini Masters geeft Stadspark een extra Frans tintje: “Dit jaar is het de dertigste keer”

nieuws
Foto: Wouter Holsappel

Het Stadspark staat dit weekend in het teken van de Martini Masters. Het petanquetoernooi wordt georganiseerd door Près le But Groningen. Voorzitter Gerry Erenstein spreekt van een succesvol weekend.

Hoi Gerry! Wat een enthousiasme hoor ik bij jou op de achtergrond!
“Het is hier ontzettend gezellig. Er is veel publiek langs de baan te vinden en het spel in de wedstrijden ligt op een hoog niveau. Vandaag wordt er gespeeld in de variant Doubletten. Dit betekent dat er twee tegen twee wordt gespeeld. In totaal zijn er vanochtend 54 teams begonnen. Inmiddels zitten we in de kwartfinale. In het begin van de avond hopen we de winnaar te kunnen kronen.”

En ik begreep dat jullie gisteren de variant Tripletten hebben gespeeld?
“Klopt. Bij deze vorm wordt er drie tegen drie gespeeld. We hadden bij die wedstrijd 48 teams. De finale mondde uiteindelijk uit in een strijd tussen België en Nederland, waarbij wij aan het langste eind wisten te trekken. Naast Belgen en Nederlanders doen er dit weekend ook Duitsers mee, dus je kunt spreken van een internationaal gezelschap dat hier dit weekend aantreedt. De variant Tripletten had overigens als extra bijkomstigheid dat het een kwalificatietoernooi was van de NJBB-Masters.”

We hebben het over petanque. Een sport die misschien veel mensen niet zoveel zegt. Mag ik zeggen dat het een soort jeu de boules is?
“Petanque en jeu de boules zijn nauw verwant aan elkaar. Ze hebben veel overeenkomsten. Bij beide sporten is het de bedoeling om metalen ballen zo dicht mogelijk bij een kleiner object te krijgen. Maar er zijn ook verschillen. Petanque is specifiek Frans. In Frankrijk is het ook een hele populaire sport. De precieze regels tussen jeu de boules en petanque verschillen en daarnaast moet petanque op een vlak terrein gespeeld worden, terwijl dit bij jeu de boules niet perse hoeft.”

Zijn jullie als vereniging ook groeiende?
“We zien dat de populariteit in Groningen aan het toenemen is. Onlangs hebben we ons honderdste lid mogen verwelkomen. Tijdens de coronaperiode hadden we ongeveer tachtig leden. Dus je kunt spreken van een gestage groei. En hoe dat komt? Dat weten we niet. Ik denk sowieso dat we een gezellige club zijn, waar de sfeer heel goed is. Daarnaast is de vereniging ook een hele mooie plek waar je kunt ontmoeten.”

De laatste jaren zie je een beweging dat de traditionele verenigingssport plaats maakt voor sporten die op ieder moment van de dag beoefend kunnen worden. In principe geldt dat ook voor petanque. Zou dat een reden kunnen zijn?
“Ik ben het met je eens dat je op ieder moment van de dag naar het Stadspark kunt gaan, waarbij je hier een potje kunt spelen. Toch denk ik dat petanque wel een echte verenigingssport is: een plek van ontmoeting. Als je kijkt naar onze leden dan zijn dat wat oudere mensen die het heel erg leuk vinden om het spelletje te spelen maar ook juist voor de gezelligheid komen.”

De Martini Masters dit weekend. Is dit ook het hoogtepunt in jullie seizoen?
“Absoluut. We organiseren dit toernooi voor de dertigste keer. Een lustrum dus. Ik heb daar in mijn toespraak even kort bij stilgestaan. Voor ons is dit evenement wel het summum. We steken ook veel tijd in de voorbereiding. We huren tenten in die we opbouwen, we regelen een toiletwagen en er worden hapjes en drankjes ingekocht. En de wedstrijden moeten uitgezet worden. Wie speelt er tegen wie? Daarnaast wil je dat de baan er perfect bij ligt. Dat alles wordt gedaan door vrijwilligers, waar ik ontzettend trots op ben.”

Jullie gaan nu richting de finale van deze tweede dag. Hoe zou je de sfeer op dit moment omschrijven?
“Het is gezellig. Er worden goede wedstrijden gespeeld. Er is vandaag opnieuw een kans dat er een Nederland-België-finale gespeeld gaat worden. Dus daar zijn we in afwachting van. En weet je waar ik ook blij van word? We zitten op een plek in het Stadspark, vlakbij het Stadsparkpaviljoen, waar veel mensen passeren. Diverse mensen blijven even staan kijken. Dat vind ik geweldig.”

Verslaggever Maarten Siepel maakte onlangs een reportage over Près le But Groningen: