Dit weekend vindt de nationale egeltelling plaats. In de Oosterparkwijk zet Karin Ellens zich al jarenlang in voor de stekelige diertjes. Hoe belangrijk is dat? En wat heeft het opgeleverd?
Hoi Karin! Wanneer is de passie voor egels bij jou begonnen?
“Dat is twintig jaar geleden ontstaan. Ik kwam hier in deze wijk wonen en op dat moment was er sprake van een behoorlijk versteende omgeving. Op een avond zag ik tot mijn blijdschap een egeltje in mijn tuin. Zo is het begonnen. Ik ben vrij snel daarna achter de computer gekropen om te gaan zoeken hoe ik de egel kan helpen. En van het één is het ander gekomen. In de omgeving plaats ik bakjes met vers water en de egels worden gevoerd met droge kattenbrokjes. Sindsdien zie ik in mijn tuin vrijwel dagelijks egels en hebben we ook een aantal keren het geluk gehad dat er hier een nestje was met jonge egeltjes.”
Ondertussen gaat het met de egel niet goed hè?
“De telling die dit weekend plaatsvindt wordt jaarlijks gehouden. Vorig jaar werden er meer egels geteld, maar waren er ook meer mensen die deelgenomen hebben aan de telling. Feit is dat in de laatste tien jaar de helft van het aantal egels verdwenen is. En dat heeft allerlei oorzaken. Dorpen en steden groeien bijvoorbeeld. Dat zorgt ervoor dat egels noodgedwongen in tuinen moeten gaan leven. Dat gaat alleen in tuinen die niet versteend zijn. Maar een egel heeft ook water en eten nodig. Het diertje gaat daarom in de schemering op pad. Het kan wel kilometers afleggen. Maar in verstedelijkt gebied liggen er veel gevaren op de loer: bijvoorbeeld de wegen waar ze over moeten steken. Nog veel te vaak worden egels doodgereden.”
Tekst gaat verder onder de foto:
Egels zijn dol op rommelige hoekjes in tuinen. Ook egelhuisjes helpen de dieren. Foto: Foto: Alexa via Pixabay
Zijn dat de enige problemen die er spelen?
“Nee. Ook de droge en hete zomers zijn een probleem. Dit jaar viel het mee en hadden we in ons land een gemiddelde Hollandse zomer. Maar in de laatste jaren hebben we vrij regelmatig te maken gehad met weken van warmte en droogte. Op zulke momenten is het voor egels heel moeilijk om water te vinden. Dat geldt ook voor voedsel. Bij warmte en droogte kruipen pissebedden, kevers, slakken en wormen dieper de grond in waardoor de egel er niet bij kan. Ze verhongeren en ze drogen uit.”
Nu kunnen mensen zeggen, wat een drukte om de egel. Maar ze zijn belangrijk hè?
“Hun aanwezigheid moeten we zeker op prijs stellen. Misschien heb je het afgelopen voorjaar en zomer in je tuin gezien: al die slakken die rondkropen en wellicht plantjes in je tuin of je moestuin aangevreten hebben. De egel is een natuurlijke vijand van de slakken. Het is niet het favoriete hapje, maar wanneer je veel egels hebt, zul je minder last hebben van slakken. Daarnaast eet de egel insecten en soms een muisje. Het beestje ruimt veel op.”
Is de Oosterparkwijk op dit moment een goede thuis voor de egel?
“De afgelopen jaren zijn er hele mooie stappen gezet. Dankzij Duurzaam Oosterpark zijn er bijvoorbeeld egelhuisjes in de wijk geplaatst. Verschillende tuinen zijn vergroend en er zijn geveltuintjes aangelegd. Uiteindelijk begint het bij jezelf. Wil je de egel welkom heten dan heb je een tuin nodig met wat rommelige hoekjes. Waar takjes en bladeren liggen. Mogelijk een houtwal. Of wellicht een egelhuisje. In ieder geval materialen waarmee ze zich kunnen verstoppen. Daarnaast kun je een schaaltje met vers water plaatsen en droge kattenbrokken. En wat heel slim is om te doen, is om je tuin aan te sluiten op een egelsnelweg. Dit is een vuistdikke doorgang naar bijvoorbeeld de tuin van je buren, zodat ze veilig op zoek kunnen naar datgene wat ze nodig hebben.”
Is het ook fijn dat de gemeente bezig is met dit onderwerp op het gebied van bijvoorbeeld verduurzaming en vergroening?
“Ik ben het met je eens dat de Oosterparkwijk de afgelopen jaren groener is geworden. Dat is heel prettig. De Slachthuisstraat wordt op dit moment verduurzaamd. Daar participeert de gemeente heel goed in. En de Zaagmuldersweg mag ook genoemd worden. Een goede thuis voor egel zijn straten die niet te groot zijn. De Zaagmuldersweg gaat een 30 kilometer-zone worden. Er komt meer groen, meer bomen. Dat zijn positieve ontwikkelingen als het om de egel gaat. Maar uiteindelijk moet het wel bij jezelf, in je eigen tuin, beginnen. De gemeente kan ondersteunende taken uitvoeren, maar het zal gedragen moeten worden door de inwoners.”
Tekst gaat verder onder de foto:
Het is slim om in de herfst niet alle bladeren uit je tuin te verwijderen. Foto: Monika via Pixabay
Ondertussen klopt de herfst op de deur. Zie je dat deze dagen ook terug in het gedrag van de egel?
“Op dit moment zie ik de egels daar nog niet druk mee bezig zijn. Ik vermoed dat ze in mijn omgeving ook nog jongen moeten krijgen. De meeste egelwijfjes krijgen één keer per jaar drie tot zes jongen die ergens tussen eind juli en half oktober geboren worden. Kom je in oktober dan zul je inderdaad zien dat ze aan de slag gaan met het opbouwen van hun reserves. Ze willen goed doorvoed aan de winterslaap beginnen die in november begint. In principe moet je ze dan tot komend voorjaar niet zien. Als dat wel gebeurt, dan is er echt iets mis.”
De egel die een goede plek heeft in de Oosterparkwijk. Ik kan me voorstellen dat bewoners in andere wijken en dorpen jaloers naar jullie kijken …
“Het kan altijd beter. En zoals ik al zei, het begint allemaal bij je zelf. Het is niet heel erg moeilijk om de egel zich thuis te laten voelen in je tuin. Je kunt samen met je buren aan de slag gaan, dat is ook nog eens heel erg gezellig. Kijk eens wat vaker naar buiten. En als je een egel door je tuin ziet scharrelen, denk dan aan dit interview. Dat ook jij wat kunt doen. In periodes van warm en droog weer stuur ik regelmatig een berichtje in onze groepsapp, van jongens, opletten. Het is droog, denk aan de egeltjes. Het begint allemaal met bewustwording.”