Zoals verwacht heeft het kabinet flinke bezuinigingen aangekondigd voor het hoger onderwijs en de wetenschap. De RUG en de Hanze krijgen minder geld voor onderzoek via de NWO, starters- en stimuleringsbeurzen worden verminderd, en het aantal internationale studenten wordt teruggedrongen. In ruil daarvoor blijven de sectorplannen wel behouden.
Het kabinet was eigenlijk van plan om structureel te bezuinigen op de zogenaamde sectorplannen, waarmee in Nederland 1200 medewerkers in vaste dienst worden betaald. Die plannen gaan nu toch niet de prullenbak in. Maar linksom of rechtsom, er moet worden bezuinigd in het hoger onderwijs. De overheid stopt daarom met startersbeurzen en vanaf 2030 wordt de financiering voor de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) verlaagd.
Ook wordt er bezuinigd op wetenschappelijk onderzoek door minder te investeren in grootschalige infrastructuur. Wat dat betekent voor de RUG en de Hanze is nog onduidelijk. Maar de RUG heeft wel nieuwbouwplannen, onder meer voor een nieuw sportcentrum voor de ACLO en een nieuw gebouw voor de letterenfaculteit in de binnenstad.
Minder internationals
Daarnaast worden internationale studenten beperkt, wat een besparing van 293 miljoen euro moet opleveren. Minister Eppo Bruins volgt de lijn van zijn voorganger Robert Dijkgraaf in het paal en perk stellen aan het aantal internationale studenten. De Wet Internationalisering in Balans, die het Nederlands als onderwijstaal in het hoger onderwijs wil versterken, wordt doorgezet. Hierdoor mogen opleidingen nog maar voor een derde in het Engels worden aangeboden, met enkele uitzonderingen voor technische en bètastudies.
Universiteiten en hogescholen krijgen ook meer mogelijkheden om te sturen op studentenstromen, onder andere via de numerus fixus en een noodfixus voor niet-Europese studenten. Al met al moet dat 293 miljoen gaan opleveren, denkt het kabinet.
Compensatie voor leners, maar ook boetes voor langstudeerders
Studenten die tijdens het leenstelsel zijn begonnen, krijgen vanaf 2027 een compensatie. Daarvoor is een bedrag gereserveerd van 1,4 miljard euro. Daar staat tegenover dat het bindend studieadvies (BSA) niet wordt versoepeld en ook de langstudeerboete voor studenten gaat er komen.
Kritiek van alle kanten op ‘historisch grote bezuinigingen’
In totaal tellen de bezuinigingen op tot ruim één miljard euro, zegt UNL-voorzitter Caspar van den Berg: “Het kabinet gooit hiermee zijn eigen glazen in. De bezuinigingen op onderwijs en onderzoek zullen ertoe leiden dat het verdienvermogen van Nederland verslechtert. We zullen nog grotere tekorten op de arbeidsmarkt krijgen én er zal baanbrekend onderzoek uit Nederland verdwijnen. Dat de sectorplannen overeind blijven is belangrijk, maar het inwisselen van de ene bezuiniging voor de andere doet nauwelijks iets af aan de totale schade. Dat is lood om oud ijzer.”
Ook voor studenten betekenen de plannen van het kabinet weinig goeds, merken verschillende studentenorganisaties op. “Dit regeerprogramma is als een stortbui aan bezuinigingen en financiële klappen voor studenten,” aldus Mylou Miché, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). “Studenten staan al onder enorme (financiële) druk. In plaats van ze de broodnodige steun te geven die ze verdienen, krijgen ze nu nog een extra rekening gepresenteerd. De huidige generatie studenten wordt al geconfronteerd met hoge schulden, een wooncrisis en mentale druk. Als er nu niet iets gebeurt, komt er een nieuwe groep jongeren aan voor wie de toekomst als een naderende onweersbui voelt.”