Bij de voormalige Paddepoelsterbrug is zaterdag verzetsstrijdster Esmée van Eeghen herdacht. Van Eeghen werd tachtig jaar geleden door de Duitse bezetter vermoord. Auteur Hessel de Walle initieerde de herdenking.
Hoi Hessel! Hoe is de herdenking vanochtend verlopen?
“Ik denk dat we kunnen spreken van een geslaagde herdenking. Ik had een aantal mensen uitgenodigd, maar door de aandacht van de media de afgelopen periode, stonden we uiteindelijk met ongeveer twintig mensen langs het Van Starkenborghkanaal. Ik heb een toespraak gehouden over het leven van Esmée en hoe zij aan haar einde is gekomen. Daarnaast heb ik aangegeven dat er geen gedenkteken voor Esmée is, en dat we hier verandering in aan willen brengen. Aan het eind van de herdenking hebben we 26 bloemen gelegd, overeenkomstig met de leeftijd die ze had toen ze tachtig jaar geleden vermoord werd.”
Veel mensen zullen waarschijnlijk denken dat ze Esmée van Eeghen niet kennen …
“Dat is ook niet zo heel vreemd. Een tijdlang is ze een omstreden figuur geweest. Vergelijk het met het niveau Hannie Schaft. Esmée Adrienne van Eeghen werd geboren in Amsterdam. Tot het uitbreken van de oorlog, in mei 1940, had ze een redelijk rustige jeugd. Nadat het Nederlandse leger zich overgaf ging haar broer David in het verzet. Ook Esmée rolde het verzet in. Om onderdak te regelen voor Amsterdamse studenten kwamen beiden veel in Leeuwarden waar ze het plaatselijke verzet leerden kennen. Na een overval op het Arbeidsbureau aan het Zaailand in de Friese hoofdstad, in de zomer van 1943, besloot ze voorgoed in Friesland te blijven.”
Op welke manier is ze omstreden geraakt?
“Aanvankelijk werd ze door de regionale Knokploeg ingezet als koerierster. Maar gaandeweg ging ze ook Joodse onderduikers en geallieerde piloten naar hun onderduikadressen vervoeren. Ze raakte omstreden toen ze een relatie kreeg met de Duitse officier Hans Schmälzlein bij wie ze in ging wonen. Dit gebeurde nadat ze in opdracht van de Knokploeg contact moest leggen met de Sicherheitsdienst. In de zomer van 1944 deden de Duitsers een inval in het hoofdkwartier van het verzet. Het verzet vertrouwde daarop Esmée niet meer. Later is gebleken dat zij niets met de inval te maken had, maar dat een gewonde verzetsman in handen van de Duitsers was gevallen, die vervolgens was doorgeslagen.”
Op welke manier is Esmée van Eeghen uiteindelijk om het leven gekomen?
“De SD maar ook het verzet maakte jacht op haar. Door verraad van een vermeende vriendin werd zij in augustus opgepakt. Ze heeft vier weken vastgezeten in het beruchte Scholtenhuis. Het is onbekend wat ze daar verklaard heeft. Op de avond van 7 september werd ze door een executiecommando onder leiding van Untersturmführer Ernst Knorr doodgeschoten bij de Paddepoelsterbrug. Op hetzelfde moment werd ook een lid van de Knokploeg Noord-Drenthe vermoord. Wat onduidelijk blijft is waarom deze twee vrouwen doodgeschoten zijn. De Duitsers schoten niet zo snel vrouwen neer. Had het te maken met Dolle Dinsdag? Of was er een andere reden?”
Dat dit verhaal redelijk onbekend is gebleven, heeft dat te maken met de omstredenheid?
“Ja, dat weet ik vrijwel zeker. Op jongere leeftijd was ik een fanatiek skeeleraar. Ik ben vaak langs de Paddepoelsterbrug gekomen, zonder te weten wat daar in de oorlogsjaren is gebeurd. Ik sprak onlangs ook met een mevrouw die langs het kanaal woont, in een huis nabij de plek waar het tachtig jaar geleden heeft plaatsgevonden, die niet wist dat zich dit vroeger op die plek had afgespeeld. Terwijl het wel belangrijk is dat zulke verhalen verteld worden. Als je het verleden niet kent, kun je het heden niet begrijpen.”
Wat is je eigen rol met betrekking tot Esmée van Eeghen?
“Ik ben auteur en heb verschillende boeken uitgebracht. Eerder dit jaar verscheen mijn boek ‘Vrouwen van het Friese verzet’. Daarin beschrijf ik wie deze vrouwen waren, waarbij ik dus ook Esmée tegenkwam. Gaandeweg werd ik benieuwd hoe het verhaal rond haar precies in elkaar steekt. Volgend jaar presenteer ik een boek over haar. Een soort biografie maar waarin ik ook aantijgingen tegen haar weerleg. Naar aanleiding van het boek van afgelopen voorjaar is door het Fries Verzetsmuseum in Leeuwarden eerherstel aan Van Eeghen verleend. Haar naam is inmiddels ook toegevoegd aan een monument met namen van gevallen verzetsstrijders.”
En nu ontbreekt er dus nog een gedenkteken?
“Dat lijkt mij heel waardevol. Door een gedenkteken kan de geschiedenis verteld worden. Inmiddels is al het één en ander in gang gezet. Welke vergunningen heb je nodig en hoe moet zoiets er uit gaan zien? Het idee is om een informatiebord met een foto van Esmée te plaatsen. Mocht het lukken om het gedenkteken in de komende twaalf maanden te realiseren, dan overwegen we om volgend jaar op deze plek opnieuw een herdenking te organiseren.”