Het aantal huishoudens in Groningen dat moet rondkomen van een laag inkomen is licht gedaald. Toch ligt de armoede in Groningen nog altijd hoger dan het landelijke gemiddelde, met een zorgelijke stijging onder ouderen, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van de gemeente.
Het onderzoeksbureau van de gemeente Groningen brengt elke twee jaar de Armoedemonitor uit. Omdat in het onderzoek cijfers van het CBS worden gebruikt, geeft de monitor een beeld van de situatie van twee jaar geleden. Dit komt doordat het CBS belastinggegevens gebruikt om het inkomen van een huishouden te bepalen.
In 2022 leefden 16.400 huishoudens in Groningen van een inkomen tot 110 procent van het sociaal minimum, tegenover 17.000 in 2019. Dit betekent een daling van 16,5 procent naar 15,4 procent. Groningen blijft echter armer dan het Nederlandse gemiddelde.
Landelijk ligt het percentage huishoudens met een laag inkomen lager, namelijk op 9,6 procent. Nog steeds blijft een groot deel van de mensen onder de armoedegrens (meer dan de helft) langdurig in deze situatie. Het aantal kinderen in armoede daalde in Groningen van 12,7 procent naar 10,4 procent.
Alleenstaande ouderen vaker arm
Waar de armoede in Groningen in algehele zin is afgenomen, vormen alleenstaanden een uitzondering. Onder alleenstaanden nam de armoede juist licht toe. Met name onder ouderen (65-plussers) is de armoede toegenomen. In 2022 waren er vierhonderd meer alleenstaande ouderen arm dan in de twee jaar ervoor.
Ook vorig jaar daalde armoede
Het CBS en het Nibud hanteren inmiddels een nieuwe methode voor het meten van armoede in Nederland. Hierbij telt niet alleen het inkomen, maar ook spaargeld en ander direct inzetbaar vermogen mee. Uit deze meting blijkt dat ongeveer 5,3 procent van de inwoners van Groningen vorig jaar in armoede leefde.
Groningen is daarmee koploper in Noord-Nederland en staat ook in Nederland relatief hoog op de lijst van gemeenten met de meeste armoede. Net als het CBS concludeert OIS echter dat de armoede in Groningen over het algemeen daalt.
