Aantal proefdieren aan de RUG stabiel; toch veel dieren gedood buiten proeven om

nieuws

Het aantal proefdieren aan de RUG is vorig jaar vrijwel stabiel gebleven. Toch worden nog veel dieren zinloos gedood. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Instanties voor Dierenwelzijn. De Ukrant bericht erover.

De Rijksuniversiteit gebruikte vorig jaar 14.721 dieren in experimenten. Dat waren er 119 meer dan het jaar ervoor, maar in 2019 waren het er nog ruim 18.000. Ruim 10.000 van de dieren zijn muizen, ruim 1500 zijn ratten. Verder werden veel vogels (1868) en vissen (967) gebruikt.

Het gaat in verreweg de meeste gevallen om fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, vaak kankeronderzoek. In 58 procent van de gevallen was bij de proefdieren sprake van ‘licht ongerief’ (bijvoorbeeld het inbrengen van een naald, een kortdurende verdoving of een paar dagen alleen in een kooi). Van de proeven leverde 4 procent ‘ernstig ongerief’ op voor de dieren of was dodelijk.

Het aantal proefdieren is met ongeveer een kwart afgenomen sinds de Wet op de dierproeven in 2014 werd aangescherpt. Wel pleiten proefdierdeskundigen voor efficiënter gebruik van de dieren. De RUG fokte vorig jaar 28 duizend muizen en ratten, waarvan slechts 20 procent in een experiment werd gebruikt. Bijna 5.000 dieren werden meteen na de fok gedood en 20.000 werden gedood zonder ooit in een experiment te zijn gebruikt. De RUG erkent dan ook dat er meer inspanningen nodig zijn om dat aantal te verminderen.