“We geven geen geld uit dat we niet hebben.” Dat is de strekking van de provinciale begroting van volgend jaar. Er is is zeshonderd miljoen euro te besteden. Onder de steep blijft er net iets meer dan twee miljoen euro over.
Het College van Gedeputeerde Staten, wat sinds eind vorige maand de provincie bestuurt zonder onderliggende coalitie in de Provinciale Staten, presenteerde de begroting woensdagmiddag. Het college lijkt de bezem door de financiën te hebben gehaald, maar besteedt volgend jaar wel zo’n zestig miljoen euro meer dan in 2024. Toch is de begroting sluitend en tegelijk ‘behoedzaam’ en ‘beleidsarm’, stelt het provinciebestuur.
“We geven geen geld uit dat we niet hebben”, schrijft het provinciale college. “Het financieel perspectief kent onzekerheden. Dit komt bijvoorbeeld doordat we nog in gesprek zijn met het Rijk over een passende compensatie voor stijgende kosten op het gebied van openbaar vervoer, infrastructuur en natuur. Daarnaast voeren we als provincie taken uit waarvoor het Rijk nog niet duidelijk heeft gemaakt hoeveel geld er beschikbaar is. Ook is nog niet bekend hoeveel geld de provincie de komende jaren uit het Provinciefonds ontvangt.”
Openbaar vervoer en bereikbaarheid (wegen en fietspaden) vormt de bulk van de uitgaven door de provincie volgend jaar. Ook de natuur, het platteland en het milieu vormen een groot deel van de uitgaven. Daarnaast steekt het college geld in ‘leefbaarheid en vitaliteit’, waaronder ook sport,. Maar wel behoedzaam, benadrukt het college: ““Bij alles wat we doen, stellen we ons de vraag wat heeft de Groninger eraan?”
De begroting is nog niet definitief. De Provinciale Staten bepalen de definitieve verdeling van het besteedbare geld. Dit doen ze tijdens een vergadering op 13 november.