Een 5,7 voor de lokale politiek en een 5,6 voor het gemeentebestuur (burgemeester en wethouders). Dat zijn de rapportcijfers die gegeven worden via de vragenlijst van de OOG Thermometer. Een krappe voldoende, maar het scoort veel lager dan thema’s als veiligheid (6,9) en wonen (7,7). We leggen het voor aan de politici in het stadhuis.
Deze vragenlijst is mede mogelijk gemaakt door Onderzoekdoen.nl
Door Maarten Siepel en Wouter Holsappel
Uit de vragenlijst komt naar voren dat de kritische Groninger zich onvoldoende gehoord voelt door de lokale politiek. Het voelt als een ver-van-mijn-bedshow en politici zijn “slecht herkenbaar”. Groningers laten via de vragenlijst weten dat ze “er weinig van meekrijgen”, dat het “veel geleuter is” of dat het “toch veel woorden zijn, maar de daden uitblijven.”
Benni Leemhuis zit al bijna vijftien jaar in de gemeenteraad voor GroenLinks, dat deel uitmaakt van de coalitie. In de kamer van burgemeester en wethouders leest hij reacties die Groningers achterlaten via de OOG Thermometer. Een respondent zegt: “Het is een eenzijdige linkse politiek waar men vooral bezig is met hun eigen idealen en behoeftes.” Leemhuis: “Dat is een duidelijke mening van een persoon, en dat is een mening die iemand kan hebben. Ik vind persoonlijk, als GroenLinks-politicus, mijn politiek niet eenzijdig. Het klopt wel dat ik voor eigen idealen ga, maar niet zo zeer voor eigen behoeftes.”
Heb je een opmerking of een tip over dit verhaal? Mail dan naar maartensiepel@oogtv.nl
“Kijk naar de Grote Markt”, zegt Leemhuis. “Dan denk ik dat dat goed gelukt is, en dat doe ik niet voor mijzelf. Als ik kijk naar ontwikkelingen voor meer fietsenstallingen, dan ben ik blij dat ik mij daarvoor heb ingezet. Dat heb ik niet alleen voor mijzelf gedaan, maar ook voor 1500 fietsers die daar hun fiets in kwijt kunnen.”
Leemhuis begrijpt toch waar de rapportcijfers vandaan komen. “Ik kan mij voorstellen dat als je er in het dagelijks leven niet heel erg mee bezig bent en wel het gevoel hebt dat er thema’s spelen waar je de antwoorden niet over hoort, dat je dan het gevoel hebt van: ‘Wat doen zij eigenlijk?’. Ik kan niet anders dan mijn raadswerk zo inrichten dat ik hoor wat er speelt, spreken met mensen en op basis van mijn eigen politieke verkiezingsprogramma en idealen proberen het beste ervan te maken.”
‘Een hele hoop inwoners wordt niet gehoord’
Fractievoorzitters Jim-Lo-A-Njoe (D66) en Ietje Jacobs-Setz (VVD) schrikken ook niet van de rapportcijfers en vinden dat de Groninger niet genoeg gehoord wordt. “De huidige lokale politiek geeft niets om de inwoners en doet alleen maar wat ze zelf willen”, leest Jacobs-Setz voor. “Dat doet mij verdriet. Ik denk dat wij met elkaar om inwoners geven. Voor mij en mijn fractie geldt dat we niet alles doen wat we zelf willen. Dat past niet bij ons. Maar ik snap wel dat de burger zo denkt. Ik denk dat een hele hoop inwoners niet gehoord wordt. Het is heel erg gefocust op wat er in de noordelijke wijken speelt, meer op bomen en beesten dan mensen, ondernemers spelen al helemaal geen rol en als je huizenbezitter bent, ben je ook de sjaak.”
“Mensen die reageren op zo’n stelling, zijn denk ik mensen die iets hebben meegemaakt of er heel erg iets van vinden”, zegt wethouder Mirjam Wijnja. “Zeker als je het een cijfer moet geven. Wat ik altijd lastig vind in die discussie is dat het lijkt alsof de inwoner één groep is met één mening. Dat is niet zo. De vraag is ook wat luisteren is. Alle keuzes die je maakt hebben voor- en nadelen. Doe je het goed als er nul mensen tegen zijn? Dan kan je het nooit goed doen. Ergens denk ik, we moeten blijven zoeken naar beter, eerder en vollediger het gesprek hebben met verschillende mensen en hen ook vertellen wat wij ermee hebben gedaan. De ene keer lukt dat beter dan de andere keer, dus daar kunnen dingen beter in. Maar dat we niet luisteren doet met name de gemeentelijke organisatie geen recht.”
“Ik kan mij voorstellen dat het te maken heeft met dat men teveel naar binnen gekeerd is in de eigen bubbel, de geluiden die je van de mensen om je heen hoort in jouw partij”, zegt Lo-A-Njoe. “Ik zou vooral tegen alle raadsleden willen zeggen: ga de wijk in. Als je teveel vanuit ideologie op voorhand bepaalt wat de uitkomst moet worden, dan is het natuurlijk lastig om te luisteren naar je inwoners. Je moet ze betrekken in de oplossing voor problemen. Maar als de oplossing al is ingevuld en burgers mogen alleen maar wat komen zeggen en je doet er niet zoveel mee, dan krijg je dat mensen het gevoel hebben dat er sprake is van schijnparticipatie.”
‘Misschien moeten we het duidelijker en vaker vertellen‘
Toch laten de rapportcijfers uit de OOG Thermometer ook een ander beeld zien. “De cijfers die mensen geven aan tal van dingen in Groningen, zijn tamelijk hoog”, zegt raadslid Leemhuis. “Dat vind ik wel grappig, want dat zijn allemaal dingen waar gemeenteraadsleden en het college hard voor werken. Dat het hier fijn wonen en veilig is, zijn voorbeelden die hopelijk mede vanuit het stadhuis mogelijk zijn gemaakt.”
Luister naar de signalen die vanuit de samenleving komen
Jim Lo-A-Njoe, fractievoorzitter D66
Volgens Lo-A-Njoe kan er iets veranderen in het stemgedrag binnen de raad. “Ik denk dat het van belang is dat er iets minder vaak gestemd wordt vanuit de lijnen van coalitie tegen oppositie. We moeten niet te vaak hebben dat het zo zwart-wit ligt. Luister naar de signalen die vanuit de samenleving komen.”
Vanuit het college is er meer aandacht voor participatie. “We zijn bezig met alle trajecten rondom het betrekken van inwoners, om dat steeds te evalueren en verbeteren”, aldus wethouder Wijnja. “Misschien moeten we het duidelijker en vaker vertellen. Of we moeten vaker met mensen praten die dit soort quotes invullen. Want bij dit soort quotes ben ik wel benieuwd wat voor mensen dat zijn, wat voor ervaringen zij hebben gehad met de gemeente en wat wij daarvan kunnen leren.”
Fractievoorzitter Jacobs-Setz hinkt op twee gedachten. “Ik denk dat wij ons best proberen te doen als partijen. Bijvoorbeeld door een inloop iedere woensdagavond, waarbij elke inwoner hier langs mag komen. Dat proberen wij ook via de socials te promoten. We zien dat ze niet met rijen voor de deur staan.” Ondanks dat de fractievoorzitter langs inwoners en organisaties gaat om hun verhalen op te halen, is het tegelijkertijd ook lastig om dit nog meer te doen. “Alles kan meer, maar ook in mijn week zitten 168 uur. Daar moet ik er wat van werken, daar mag ik er wat van slapen en ik mag er raadslid in zijn. Dat is wel de beperking waar je tegenaan loopt.”
Verantwoording OOG Thermometer
OOG koos ervoor om de open antwoorden van de OOG Thermometer voor te leggen aan twee politici van oppositiepartijen (D66 en VVD) en twee van coalitiepartij GroenLinks, waaronder één die deel uitmaakt van het college van burgemeester en wethouders, en de ander momenteel het langstzittend raadslid is binnen de Groningse gemeenteraad.
De algehele vragenlijst van de OOG Thermometer werd gedeeld via de website en app van OOG en onze sociale mediakanalen. In totaal resulteerde dit in 1579 respondenten die aangeven dat ze in de gemeente Groningen wonen en de vragenlijst volledig hebben ingevuld. OOG kan niet controleren of de respondenten daadwerkelijk uit de gemeente komen. Ook mochten respondenten van zestien jaar of jonger niet deelnemen aan de vragenlijst. Dit omdat zij toestemming nodig hebben van hun ouders en/of verzorgers.
Van de respondenten geeft iets meer dan 62 procent aan zich te identificeren als man. Ongeveer 35 procent geeft aan een vrouw te zijn. Daarnaast zien we binnen de leeftijdscategorieën tot 34 jaar oud dat er te weinig respondenten zijn in vergelijking met het aantal inwoners van de gemeente met deze leeftijd. Omdat Groningen een studentenstad is, is die groep in de gemeente oververtegenwoordigd, terwijl het gemiddelde publiek van OOG zich juist in de wat oudere leeftijdsgroepen begeeft: zo geeft bijna 53 procent aan ouder te zijn dan 55 jaar, terwijl dit niet overeenkomt met de demografie van Groningen. De uitslagen van de OOG Thermometer geven een goed beeld, maar zijn tegelijkertijd niet volledig representatief voor de gehele bevolking van de gemeente Groningen.
Dit artikel/project is mede tot stand gekomen dankzij een financiële bijdrage van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.