Groen moet de ruimte krijgen in de gemeente. Dat blijkt uit de nieuwe beheerstrategie van de openbare ruimte. Daarbij is het echter wel belangrijk dat inwoners betrokken worden en dat ze weten welke keuze voor welk gebied is gemaakt.
“Madeliefjes in het gras, paardenbloemen tegen de gevels en kruidrijke bermen. Mijn groene hart gaat daar sneller van kloppen”, vertelt raadslid Bart Hekkema van de Partij voor de Dieren. “De afgelopen jaren had ik regelmatig hartzeer als ik zag dat er overmatig werd gemaaid. Gelukkig gebeurt dat steeds minder. De nieuwe beheerstrategie gaat daar nog meer in voorzien. De komende jaren gaan we stapje voor stapje verder vergroenen wat de klimaatadaptatie ten goede komt. En waar ook bewoners zelf beheer toe kunnen passen door perkjes of een boomspiegel te onderhouden.”
Wat is een beheerstrategie?
De gemeente heeft het afgelopen jaar gewerkt aan een plan hoe de openbare ruimte in de gemeente beheerd moet worden. In de basis gaat het daarbij om het functioneel en veilig houden van de omgeving. Daarnaast was afgelopen jaren belangrijk hoe de ruimte er uit zag. De Verenigde Naties hebben in 2015 echter zeventien wereldwijde duurzame ontwikkelingsdoelen opgesteld. De gemeente erkent het belang van deze doelen en heeft bijvoorbeeld ‘het welzijn en de waardigheid van mensen en dieren, kwaliteit van de leefomgeving en de leefbaarheid van de planeet’, opgenomen in het coalitieakkoord. De nieuwe beheerstrategie richt zich daar op. Door te kiezen voor een andere vorm van beheer en onderhoud kan de biodiversiteit toenemen. Om tot een nieuwe strategie te komen is er de afgelopen maanden gesproken met zo’n 5.000 inwoners en ondernemers.
Bart Hekkema (Partij voor de Dieren): “Goed we kiezen voor ‘herwilderen’ van openbare ruimte”
Hekkema: “Mijn partij lijkt het ook goed dat we kiezen voor het ‘herwilderen’ van openbare ruimte. Dat we kiezen voor een strategie waarbij we dingen meer op zijn beloop laten gaan. Hierdoor komt er ruimte voor inheemse soorten, wat bijvoorbeeld weer goed is voor het voedselaanbod voor insecten.” Dat roept wel de vraag op of je dat overal wel wilt hebben, want een stoep moet bijvoorbeeld ook toegankelijk zijn voor een rolstoel of rollator. “Wij zijn best wel voorstander van stoepplantjes. Ik denk dat het belangrijk is dat je de natuur meer spontaan op moet laten komen. Je moet niet alles willen beheersen en beheren.” Wethouder Mirjam Wijnja (GroenLinks) van Stadsbeheer zegt het daar mee eens te zijn. Volgens haar is een vorm van beheren ook dat je er vanaf blijft.
Tim van de Vendel (GroenLinks): “Ambitie om een grote, groene en veilige plek te worden voor mens en dier”
Partij voor de Dieren is niet de enige partij die blij is. Dat geldt ook voor GroenLinks. Tim van de Vendel: “De afgelopen jaren zijn er al mooie stappen gezet. En als ik deze plannen lees, dan gaat het allemaal nog veel beter worden. We zien de gemeente groener worden. Willen we meer biodiversiteit, meer natuur en een klimaatadaptievere gemeente worden, dan is de beheerstrategie ook de knop waar je aan moet draaien. We kiezen niet alleen voor netjes en veilig, maar er is nu ook een duidelijke ambitie om een grote, groene en veilige plek te worden voor mens en dier. Wel zou mijn partij extra aandacht willen vragen voor de bestrijding van invasieve exoten. Dat zijn planten die hier groeien, maar die hier niet thuishoren. Daar zal meer op gestuurd moeten worden, en dat missen we nu.” De wethouder vertelt dat het de bedoeling is dat inwoners meer betrokken gaan worden bij groenbeheer, maar dat dit niet makkelijk is. Uiteindelijk is het wel een richting die men op wil.
Rosalie van der Heide (ChristenUnie): “Belangrijk om aan verwachtingsmanagement te doen”
De ChristenUnie bekijkt het onderwerp wat meer vanuit de menselijke perceptie. Rosalie van der Heide: “Klimaatadaptatie en biodiversiteit zijn belangrijke waarden waarbij het goed is dat daar op wordt ingezet. Maar het is ook belangrijk dat de openbare ruimte uitnodigt om te ontmoeten. Waar mensen elkaar tegen kunnen komen. Daarom is het belangrijk dat we genoeg bankjes plaatsen waar mensen kunnen zitten. Dat onderdeel missen wij nu bij de belangrijkste waarden waar op gestuurd gaat worden. Daarnaast is het goed om aan verwachtingsmanagement te gaan doen. Wat mensen in hun omgeving zien is redelijk pragmatisch. Men ziet niet de waarde achter een grasveld. Als het niet gemaaid wordt, dan worden daar vraagtekens bij gezet. Kunnen we bijvoorbeeld ook een mooie kaart maken waarbij we dat per gebied uitleggen?” Wethouder Wijnja geeft aan dat deze kaart er inmiddels is.
Tycho Wuestman (Student & Stad): “Picknicken in hoog gras is niet praktisch”
Tycho Wuestman sluit zich bij Van der Heide aan: “In dit plan wordt beschreven dat er alleen gemaaid wordt als het noodzakelijk is. Trapveldjes en het gras in het Noorderplantsoen zal bijvoorbeeld minder vaak een grasmaaier zien. Wij denken dat het belangrijk is om goed te kijken naar de publieksfunctie. Picknicken in hoog gras is niet praktisch. Biodiversiteit is welkom, maar de publieksfunctie moet wel gewaarborgd worden. Dat geldt ook voor de vaarwateren. Onze stad kent veel roeiers. Het is belangrijk dat zij vanaf het water contact kunnen houden met hun coach die op het parallel lopende fietspad meefietst. De veiligheid van roeiers mag niet in het geding komen.”
Fokke Veenstra (VVD): “Zicht van automobilisten wordt belemmerd door hoog gras”
De VVD maakt zich ook zorgen over de veiligheid. Fokke Veenstra: “Minder vaak de bermen maaien wordt gepresenteerd als een maatregel voor meer biodiversiteit. Maar het negatieve aspect is dat gras langer wordt waardoor het zicht van automobilisten en fietsers belemmerd wordt. Datzelfde geldt voor het onderhoud van trottoirs. Groen is mooi, maar slecht onderhoud kan ook leiden tot rare valpartijen.” De wethouder vertelt dat de stoepen in de gemeente onder de loep worden genomen. Qua veiligheid van automobilisten deelt Wijnja de zorgen van de VVD niet. Op kruisingen en hoeken blijft er gemaaid worden, zodat er een goed zicht is voor verkeersdeelnemers.
Evelien Bernabela (Partij voor het Noorden): “Kunnen we geen half verharde paden aanleggen?”
De Partij voor het Noorden geeft de wethouder nog wat extra tips mee. Evelien Bernabela: “De plannen zien er gedegen uit. Bij deze plannen is het lastig om een evenwicht te bewaren tussen de verschillende sentimenten die leven. Wel denkt mijn fractie dat er qua klimaatadaptatie nog wel een tandje bij kan. In onze gemeente liggen nog heel veel stenen. Kunnen we niet half verharde paden aanleggen? Bijvoorbeeld tegels waarbij er ook ruimte is voor kruipplanten? Daarnaast zien we dat er op speel- en sportvelden nog veel gebruik wordt gemaakt van Engels raaigras. Kunnen we dit niet vervangen door kruidenrijk gras?”
Wethouder Mirjam Wijnja (GroenLinks): “We vervangen raaigras waar we dat kunnen”
Wijnja is blij met de tips. “De suggestie om halfverharding toe te passen, daar ben ik het helemaal mee eens. Helaas heb ik niet een knop waarmee alles direct geregeld is. Maar wanneer we gebieden herinrichten dan zullen we gebruik maken van deze halfverharding. Dus dit zal door de jaren heen op steeds meer plekken toegepast worden. Het vervangen van raaigras: waar we dit kunnen vervangen, daar doen we dat.”
“Differentiëren per gebied”
De wethouder vertelt verder: “De openbare ruimte gaat iedereen aan. Veel mensen vinden er ook wat van. Ik ben blij hoe deze nieuwe strategie tot stand is gekomen, waarbij het goed gelukt is om inwoners, organisaties en ondernemers mee te laten praten. Binnen deze nieuwe strategie kunnen we ook differentiëren. We zien dat inwoners in Ten Boer andere prioriteiten hebben dan inwoners in Onnen of Vinkhuizen. Door te differentiëren naar gebied hebben wij de ruimte om het beleid aan te kunnen laten sluiten bij wat mensen zeggen.”
De fractie van GroenLinks is nog niet helemaal tevreden. Voor de eerstvolgende raadsvergadering overwegen zij een motie om inwoners meer te laten betrekken bij het bestrijden van invasieve exoten.