Minister Eppo Bruins (NSC) van Onderwijs heeft extra regels aangekondigd om de ‘verengelsing’ in het hoger onderwijs aan te pakken. Universiteiten spreken van symboolpolitiek.
Bruins zet daarmee in grote lijnen het beleid van zijn voorganger Robbert Dijkgraaf (D66) voort. Die pleitte vorig jaar al voor meer bijsturing omdat collegezalen op hogescholen en universiteiten overvol zitten vanwege de forse instroom van internationale studenten. Deze ontwikkeling zorgt ook voor een gebrek aan huisvesting en een hoge werkdruk onder docenten. Bruins wil nu dat minimaal bij twee derde van de bacheloropleidingen Nederlands de voertaal is. Daarnaast moet het voor internationale studenten moeilijk worden om een basisbeurs te krijgen.
Numerus fixus
Ook komt er een numerus fixus. Door de instroom van internationale studenten te beperken wil het kabinet jaarlijks 293 miljoen euro bezuinigen. Dit betekent ongeveer 30.000 studenten minder. Om dit voor elkaar te krijgen moet er vanaf het komende studiejaar voor alle Engelstalige opleidingen een numerus fixus worden ingesteld. Dit betekent dat er niet meer studenten kunnen worden toegelaten dan van tevoren is vastgesteld.
Kritiek
De Universiteiten van Nederland zien het aangekondigde beleid als een botte bijl waarmee op het hoger onderwijs wordt ingehakt. Zij verwachten dat het gaat leiden tot minder opleidingen. Ook studentenvakbond LSVb is niet blij. Zij geven toe dat de ‘verengelsing’ in het onderwijs is doorgeslagen, maar ze hebben grote twijfels of dit beleid wel de oplossing is voor het probleem. Volgens de vakbond vervult Engelssprekend personeel op dit moment een belangrijke rol in het onderwijs. De LSVb verwacht dat er straks niet voldoende medewerkers zullen zijn voor alle opleidingen.
