Statiegeldjagers zijn vooral gek op de prullenbakken aan de Grote Markt en Vismarkt. Dat blijkt uit de resultaten van de Nationale Prullenbakkenteldag die begin deze maand werd gehouden. De binnenstad kent een relatief hoog aantal kapotte prullenbakken ten opzichte van het landelijk gemiddelde, maar valt niet buiten de boot als het gaat om grotere steden.
Van de 76 prullenbakken waar op zaterdag 2 november een kiekje van werd geschoten stonden er tien open. In de binnenstad ontstaat een rode streep qua kapotte prullenbakken vanaf de Grote Markt naar de Abrug. Het probleem lijkt zich dan ook vooral te concentreren in de binnenstad, waar ongeveer dertien procent van de prullenbakken kapot was of open stond.
In de gemeente als geheel stond ongeveer zes procent van alle openbare afvalbakken open of was kapot. Dat is iets hoger dan het landelijk gemiddelde (vijf procent), maar minder hoog dan in andere grote steden. Gemiddeld was twaalf procent van de prullenbakken in de tien grootste steden waar geteld werd open of kapot.
Tijdens de Nationale Prullenbakteldag zijn ruim 10.000 prullenbakken door het hele land gefotografeerd en geanalyseerd. De actie werd georganiseerd door Dirk Groot, alias de Zwerfinator, en Merijn Tinga, de Plastic Soup Surfer, om beter inzicht te krijgen in de toename van zwerfafval door statiegeldjagers.. De twee activisten tegen zwerfvuil constateren nu dat sinds de invoering van statiegeld het aantal blikjes en plastic flesjes met tachtig procent is afgenomen.
Om het probleem van opengebroken prullenbakken aan te pakken, adviseren Groot en Tinga gemeenten om prullenbakken beter te beveiligen en vaker te legen. Daarnaast pleiten zij voor meer inleverpunten in stadscentra en een hoger statiegeldbedrag.