Hoewel het veiligheidsgevoel van LHBT-personen in de stad de afgelopen acht jaar licht is gestegen, krijgt bijna 28 procent van hen nog regelmatig te maken met anti-LHBT-incidenten.
Dat blijkt uit een onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de gemeente Groningen. De incidenten betreffen onder meer uitschelden of het ervaren van een vijandige sfeer. De horeca, uitgaansgebieden en stations worden door veel LHBT’ers als de minst veilige plekken beoordeeld. Het gevoel van veiligheid in het eigen huis, op het werk of op school wordt daarentegen als veel hoger ervaren.
Mensen die niet in het standaardplaatje ‘man-vrouw’ passen, scoren lager op veiligheidsgevoel dan mensen die wel binnen deze groep vallen. Uit het onderzoek blijkt ook dat sociale veiligheid belangrijk is voor mentaal welzijn. Leeftijd heeft daar een sterke invloed op, stelt het onderzoek.
Sociale veiligheid ‘actief’ bevorderen
De gemeenteraad nam begin vorige maand een reeks actiepunten aan die de veiligheid en acceptatie van de regenbooggemeente in Groningen moeten vergroten: dagelijkse uitingen (regenboogvlag), “beste inwoner” in plaats van “beste meneer/mevrouw” en genderneutrale faciliteiten, zoals kleedkamers en toiletten bij sportaccommodaties.
Maar het onderzoek stelt dat er meer moet gebeuren. Maatregelen moeten zich, zo blijkt uit het onderzoek, niet alleen richten op het bestrijden van stigma’s en slachtofferschap. De sociale veiligheid moet ‘actief’ worden bevorderd, vinden de onderzoekers. LHBT-veiligheid moet qua aanpak gelijk worden getrokken met de veiligheid van meisjes en vrouwen in de openbare ruimte en het uitgaansleven.
Het gemeentebestuur laat weten de aanbevelingen van de onderzoekers over te nemen.