De fractie van Partij voor de Dieren in Provinciale Staten roept op om niet akkoord te gaan met de nieuwe faunabeheerplannen. In Provinciale Staten wordt woensdag over de plannen gesproken.
De partij is bang dat het beheerplan het leven kost aan vele tienduizenden dieren. De fractie roept daarom op om met een plan te komen waarbij vreedzaam samengeleefd wordt met dieren. In plaats van werings- en verjaagmethoden zoekt de partij naar een diervriendelijke en toekomstbestendige aanpak die recht doet aan grondeigenaren, maar waarbij dierenwelzijn het uitgangspunt is.
“Provincie wil ganzen vergassen”
Het faunabeheerplan heeft een looptijd van vijf jaar. Sinds 2019 zijn er tenminste 68.664 dieren gedood. “In de plannen tot 2029 worden er nieuwe soorten toegevoegd”, vertelt Statenlid Stijn ten Hoeve. “Voor het eerst zullen honderden damherten gedood worden in het Lauwersmeergebied. Zonder dat serieus gezocht is naar een manier om deze inheemse dieren de ruimte te geven die ze van oudsher in het landschap hadden. De mogelijkheid om marters te vangen en doden in weidevogelgebieden worden flink verruimd, terwijl de zeer verarmde omgeving, waar weide- en akkervogels in moeten leven, de werkelijke oorzaak van hun teloorgang is. Ook wil de provincie toestaan ganzen, die in de rui zijn, met honderden tegelijk te vangen om ze vervolgens te vergassen. Deze methode veroorzaakt zeer veel dierenleed door de stress en de lange ademnood waar de dieren in verkeren voordat ze stikken.”
“Gemakzucht om naar het geweer te grijpen”
Ten Hoeve: “Deze faunabeheerplannen zijn in wezen fauna-afschotplannen. Wij zien een verwerpelijk automatisme om bij knelpunten tussen mens en dier snel te gaan schieten. Er staan ons zoveel effectieve middelen ter beschikking om dieren te sturen, als dat nodig is. Het vraagt wel om actieve inspanning, en daartoe zijn grondeigenaren lang niet altijd bereid. Maar het is bij wet verplicht om op diervriendelijke wijze schade proberen te voorkomen, alleen is de controle op die inzet zo goed als nihil. In plaats van uit gemakzucht naar het geweer te grijpen moeten we oefenen in co-existentie met in het wild levende dieren. Het delen van onze leefruimte met dieren betekent ook dat we een bepaalde mate van schade accepteren.”