Raad beslist woensdag of vaste marktkramen ’s nachts in de binnenstad mogen blijven staan

nieuws
Een oliebollenkraam wordt op de Grote Markt geplaatst. Archieffoto: Rieks Oijnhausen

De gemeenteraad gaat zich woensdagavond buigen over twee moties waarbij marktkramen centraal staan. In de eerste motie wordt opgeroepen om vaste kramen ’s nachts in de binnenstad te laten staan. De andere motie roept op om af te zien van een pilot voor kramen buiten de binnenstad.

Een maand geleden kwamen coalitie en oppositie nog hard in botsing over het onderwerp. Als de plannen doorgaan dan betekent dit dat vaste marktkramen in de binnenstad aan het einde van de werkdag afgebroken moeten worden en de volgende dag weer opgebouwd moeten worden. De oppositiepartijen, behalve D66, vinden dat dit een te grote belasting is voor de ondernemers. De coalitie vindt het echter wel een goed idee omdat er door de kramen sprake is van verrommeling. Ook zou het de veiligheid niet ten goede komen.

“Opbouwen en afbreken is een grote belasting”
Etkin Armut van het CDA: “Ondernemers hebben aangegeven dat het opbouwen en afbreken voor hen een grote belasting is. Daarnaast vinden wij dat vaste standplaatsen op geen enkele wijze zorgen voor een slechter beeldkwaliteit of voor verrommeling in de nacht. Ook is er door het college geen enkele reden gegeven waaruit blijkt dat de veiligheid in het geding komt als de kramen ’s nachts blijven staan.” Wethouder Carine Bloemhoff (PvdA) van Economische Zaken benoemde vorige maand dat het voorkomt dat mensen op de kramen gaan staan. Daarnaast leveren de kramen onveilige hoekjes op.

Petitie werd ruim 2.100 keer getekend
In 2021 heeft de gemeenteraad ingestemd met de plannen voor de vernieuwde Grote Markt. Een onderdeel van deze plannen waren de vaste marktkramen. Het gezegde ‘Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald’ is bij dit onderwerp van toepassing. Is het met de kennis van nu indertijd verstandig geweest om hier mee in te stemmen? Het CDA, VVD, PVV, Student & Stad, Stadspartij 100% voor Groningen en Partij voor het Noorden vinden van niet. Zij worden gesteund door een petitie die afgelopen zomer door ruim 2.100 mensen is getekend.

“De drie standplaatsen in de binnenstad moeten kunnen blijven staan”
Bij de vaste standplaatsen gaat het om 26 kramen die verspreid door de gemeente zijn te vinden. Drie daarvan staan in de binnenstad. Armut: “Wij vragen met onze motie om het beleid zo aan te passen dat de drie standplaatsen in het centrum niet langer wordt verplicht om ’s avonds af te breken en ’s ochtends weer op te bouwen. In uitzonderlijke gevallen, vanwege een demonstratie of evenement kan de kraam wel verwijderd worden, maar dan is het belangrijk om daar een goede oplossing voor te vinden.”

“Kramen dragen bij aan de levendigheid”
De overige 23 kramen, die dus buiten de binnenstad staan, zijn opgenomen in een pilot. Deze kramen mogen twee jaar lang 24 uur per dag blijven staan. Wel wordt er onderzoek gedaan op het effect rond bijvoorbeeld hun concurrentiepositie. Het CDA wil dat deze pilot van tafel gaat. “Deze standplaatshouders mochten tientallen jaren, zonder problemen, een plek innemen. Het nadeel van deze pilot is dat het na twee jaar onzeker is of de kramen dan ’s nachts nog mogen blijven staan. We hebben het over kramen die een onderdeel zijn geworden van de gemeente en bijdragen aan de levendigheid in de wijken. Een pilot heeft daarom helemaal geen toegevoegde waarde, waarbij het ook juist voor ondernemers belangrijk is dat ze zekerheid hebben.”

“Het is een onhandige keuze geweest”
Afgaand op het debat van vorige maand lijken de moties weinig kans te maken. De coalitiepartijen houden zich aan de afspraken die in 2021 gemaakt zijn. Daarbij wordt ook gewezen naar een participatieproces waarbij alle belanghebbenden betrokken zijn. “Moeten we dat hele proces nu over de kop gaan gooien?”, liet PvdA-raadslid Rico Tjepkema vorige maand weten. De VVD denkt er duidelijk anders over: “De plannen voor de nieuwe Grote Markt bestonden uit een enorm groot pak papier. Waar we het nu over hebben was een heel klein onderdeel. Indertijd hebben we ingestemd met het plan omdat we achter het grootste deel stonden. Nu zien we dat voor dit onderdeel het een onhandige keuze is geweest.”