Noordelijk Nederland is diep teleurgesteld over het uitblijven van besluitvorming rond de Lelylijn en Nedersaksenlijn, laten de drie noordelijke provincies woensdagmiddag weten.
Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (provincies Groningen, Fryslân en Drenthe) stuurden woensdag een brief naar de Tweede Kamer, die het belang van de spoorlijnen en de bijbehorende vervolgonderzoeken duidelijk moeten maken. Tijdens het mislukte Bestuurlijk Overleg Mobiliteit (MIRT) op 6 november werd duidelijk dat het kabinet, ondanks eerdere toezeggingen, nu geen vervolgonderzoek start naar de twee spoorlijnen.
“Dat terwijl het nut van beide spoorlijnen is aangetoond”, aldus René Paas, Commissaris van de Koning in Groningen. Paas noemt de beslissing van het kabinet ‘onbegrijpelijk’: “”We vragen geen investeringsbeslissing, maar om vervolgonderzoek.”
De regio blijft, naar eigen zeggen, vastberaden om de volgende noodzakelijke stappen te zetten in de uiteindelijke realisatie van de twee spoorlijnen. Daarvoor is volgens Matthijs de Vries (gedeputeerde provincie Fryslân) de hoop nog niet vervlogen.
“De volgende stap is het starten van een onderzoek om bij de Lelylijn tot een tracékeuze te komen”, stelt De Vries. “Voor de Nedersaksenlijn ligt dit nagenoeg vast, maar moet goed gekeken worden naar de stations- en woningbouwlocaties. De regio heeft eerder al laten weten bereid te zijn om daar 15 miljoen euro aan bij te dragen, 10 miljoen voor de Lelylijn en 5 miljoen voor de Nedersaksenlijn. We verwachten dan ook dat we hier met het Rijk duidelijke afspraken over kunnen maken.”