Ambitieuze plannen voor voedsel- en eiwittransitie: gezonder eten, meer plantaardige eiwitten en een duurzamere productie. Verantwoordelijk wethouder Kirsten de Wrede en de coalitiepartijen zijn er blij mee, maar de oppositie is kritisch. Met name de VVD ging er hard in. Die houding leek ook GroenLinks uit te dagen tot een tackle met gestrekt been.
In de plannen van ‘ei-wethouder’ De Wrede moeten Groningers in 2050 zeventig procent van hun eiwitten uit plantaardig voedsel halen en nog maar dertig procent uit dierlijke bronnen. Ook moet in 2050 op alle scholen een duurzame en gezonde maaltijd worden geserveerd. Het gemeentebestuur wil verder dat er in 2030 de helft minder chemie wordt gebruikt door landbouwbedrijven in de gemeente.
Verder moet er in elke nieuwe wijk een fruitboomgaard en/of moestuin komen, betaalt de gemeente mee aan meer kruidenrijk grasland, wil de gemeente inwoners praktische tips geven voor het verminderen van voedselverspilling en horecaondernemers stimuleren om de menukaart te verduurzamen.
‘Hobbyproject van superlinks één’
En dat is geen gemeentelijke taak, vindt VVD-raadslid Fokke Veenstra: “De landelijke richtlijn zegt vijftig om vijftig, maar voor ‘superlinks één’ (doelend op het college met vrijwel alleen linkse partijen) moet het zestig om veertig zijn. De vleesconsumptie daalt al jaren en dit is de keuze van mensen zelf. Een wethouder voor eiwittransitie is daarom, wat ons betreft, overbodig. (…) Dit ‘hobbyproject’ valt buiten het takenpakket van de gemeente. Beheer de openbare ruimte, de veiligheid en de financiële huishouding: het is niet aan de gemeente om te vertellen wat ze moeten eten of kopen.”
Veenstra’s VVD kreeg bijval van D66, maar wel op een veel gematigder toon. Andrea Poelstra-Bos stelt: “We kunnen als gemeente eigenlijk niet veel doen. De voedseltransitie is belangrijk, maar het wordt lastig. De provincie is het bevoegd gezag. Ook vallen veel zaken in het plan onder gezondheid. We kunnen eigenlijk alleen stimuleren en faciliteren. Dus wij zien dit niet als gemeentelijke taak, helemaal als het alleen gaat om eiwittransitie. Daar moeten we niet hier, maar provinciaal of landelijk mee aan de slag.”
Een streep door de eiwitportefeuille van De Wrede ziet D66 daarom ook wel zitten: “Een wethouder ‘voedsel’ zou kunnen. Maar ook dat strijkt veel mensen tegen de haren.”
‘Culture war’
Andere partijen, waaronder veelal de coalitiepartijen, vroegen juist om daadkracht van de gemeente. Met name de inbreng van de VVD werd door onder meer de PvdA-fractie gezien als een voorbeeld van polarisatie over het onderwerp.
“Het roept emoties op”, erkent Joren van Veen. “We willen dan ook geen samenleving waar iedereen veganist is, zoals we ook geen samenleving willen waarin geen enkele Groninger een auto heeft. (…) We moeten er dan ook geen onderdeel van een bredere ‘culture war’ van maken, want dan wordt het lastig om Groningers mee te nemen. Sterker nog, het zou het tegenovergestelde kunnen bereiken: straks gaan ze extra vlees eten.”
De gematigde toon van Van Veen richting de eiwittransitie werd niet door iedereen gedeeld, ook niet binnen de positieve coalitiepartijen. In een discussie over het ‘actieve beleid’ dat het gemeentebestuur wil volgen (gezond eten aanbieden op scholen, in wijkrestaurants) lijkt GroenLinks zelfs een stap richting regelgeving te willen maken tegen ‘verleidingen uit de markt’.
‘Halve criminelen die verslavende zooi verkopen’
Op de vraag van PvhN-raadslid Evelien Bernabela of snackbars bij scholen moeten worden geweerd, net als coffeeshops, strekt GroenLinks-raadslid Femke Folkerts het been in de tackle: “Als je inzet op een fysieke leefomgeving waar gezond voedsel te halen is, bijvoorbeeld pluktuinen, is dat dweilen met de kraan open. Als we ondertussen als gemeente niks kunnen doen aan wat er voor de rest nog allemaal voor bijna halve criminelen winst kunnen maken in zo’n wijk door verslavende zooi te verkopen. Zeker als we niet kunnen sturen op wie zich mag vestigen.”
“In hoeverre hebben volwassen mensen dan nog een eigen keuze wat ze gaan eten op een avond?”, vraagt Veenstra (VVD) zich vervolgens af. “Dat is een mooie vergelijking met coffeeshops. Volwassenen en kinderen hebben een keuze die ze kunnen maken. Maar we willen die keuze wel makkelijk maken. Niet: als je wil sporten, neem je maar een abonnement op een padelbaan. Nee, we gaan actief naar inwoners toe met een aanbod, omdat we het belangrijk vinden.”
‘Niet alleen: ga plantaardige hamburgers eten’
Wethouder De Wrede probeerde in haar betoog de kerk weer iets verder midden in het dorp te krijgen. “We zeggen niet: iedereen moet veganistisch eten. Maar wel iets meer plantaardig. Het is een antwoord op heel veel: ruimtegebruik, gezondheid, stikstof, klimaat, biodiversiteit, gezondheid. Wij hebben het ook over ‘voedseltransitie’. Het is niet alleen maar: ga plantaardige hamburgers eten. Geniet van voedsel, maar maak het meer dan vulling en maak het duurzaam en toegankelijk.”
Toch ziet ook De Wrede de wrevel in de samenleving, zeker als het woord ‘eiwittransitie’ wordt genoemd. “We moeten het juist benoemen als duurzaam voedsel. Daardoor slaan we mensen minder tegen de borst. Maar ziekenhuizen hebben het er wel gewoon over. Dus daar moeten we ons overheen zetten. Mensen hebben daardoor het idee dat ze iets moeten. Dat heb ik ook iedere dag als de wekker gaat. Het is het leven. Er is heel veel wat moet. Dit is er één van, als we de aarde leefbaar willen houden.”
De Wrede ziet haar taak binnen de gemeente dan ook niet als overbodig, zoals de VVD en D66 dat wel doen: “Het is een antwoord op heel veel: ruimtegebruik, gezondheid, stikstof, klimaat, biodiversiteit, gezondheid. Maar net vanuit welke hoek je kijkt.” Volgens De Wrede speelt de gemeente daarin wel degelijk een rol: “Wij zoeken naar een (landbouw)systeem dat circulair is en consumptie die daarop aansluit. (…) Ook kunnen we dan zeggen: wij hebben een circulair voedselsysteem: wij verbouwen hier alle worteltjes en andere groente om onze inwoners te kunnen voeden.”