Hoe kan de groei van de gemeente en het behoud van natuur hand in hand gaan? De gemeente denkt met de Gemeentelijke Ecologische Structuur daar het antwoord op te hebben. Voor het plan is er veel lof, maar er zijn ook zorgen.
“Ik ben echt blij”, vertelt wethouder Kirsten de Wrede (Partij voor de Dieren) van Natuur aan het einde van de vergadering. “En niet alleen ik, dat geldt voor het hele college. We zijn hier echt mee in onze nopjes. Niet alleen mensen hebben woningen nodig, ook dieren.” In de gemeente gaat het slecht met de biodiversiteit. Steeds meer plant- en diersoorten nemen in aantal af en verdwijnen uit het gebied. Dit komt bijvoorbeeld doordat infrastructuur wordt aangelegd. Als soorten verdwijnen heeft dit effecten op andere soorten, waardoor er kettingreacties kunnen ontstaan, die de voedselvoorziening, klimaatbestendigheid en onze gezondheid in gevaar kunnen brengen.
Behoud van ecosystemen
De gemeente vindt het daarom belangrijk dat bestaande ecosystemen behouden kunnen blijven. Essentieel zijn daarbij de verbindingen tussen de natuurgebieden. Er is onderzoek gedaan waar deze systemen zich bevinden. De bedoeling is dat als er nieuwe ontwikkelingen op stapel staan, bijvoorbeeld het aanleggen van een weg of het bouwen van nieuwe woningen, of dit niet in een gebied plaats kan vinden dat juist geen onderdeel is van de ecologische structuur. Mocht het niet anders kunnen, dan is de leidraad dat de ecologische structuur in dit specifieke gebied er uiteindelijk met tien procent beter van gaat worden.
Laurent Dwarshuis (ChristenUnie): “In het verleden kregen menselijke prioriteiten vaak voorrang”
De ChristenUnie is blij met het document: “Met dit plan wordt goed neergelegd hoe wij om moeten gaan met de natuur en hoe we de planten en dieren, die hier leven, kunnen versterken”, vertelt Laurent Dwarshuis. “In het verleden hebben vaak menselijke prioriteiten voorrang gekregen op die van de natuur en dieren. Bijvoorbeeld bij de woningbouw. Maar het is onze christelijke opdracht om goed te zorgen voor de schepping, deze aarde. Daarom is het goed dat deze stap wordt gezet.”
Wesley Pechler (Partij voor de Dieren): “Groningen leefbaar houden voor komende generaties”
Dat vindt ook de Partij voor de Dieren. Wesley Pechler: “We hebben er een poosje op moeten wachten, maar het eindproduct is een pareltje waar we als partij erg blij mee zijn. De gebieden van Haren, Ten Boer en Meerstad maken, met dit document, nu volwaardig deel uit van de structuur. Zinsneden als een nieuw rentmeesterschap om Groningen leefbaar te houden voor de komende generaties, maakt ons gelukkig. Natuur is geen luxe maar een basisbehoefte, voor zowel een robuust voedselsysteem als een betere gezondheid voor inwoners, als voor het tegengaan en opvangen van klimaatverandering, en het zorg dragen voor onze dierlijke inwoners. We zijn blij met de drietrapsraket. Eerst kijken of een ruimtelijke ontwikkeling niet buiten de GES kan, en als het binnen de GES moet, dan zal het moeten leiden tot een betere natuurwaarde als door een studie alternatieve plekken zijn afgewezen.”
Fokke Veenstra (VVD): “We kunnen niet met zijn allen in een boomhut in het bos gaan wonen”
Maar kritiek is er ook. Bijvoorbeeld van de VVD. Want remt dit document juist niet de ambities af die er zijn op het gebied van woningbouw? Fokke Veenstra: “Een cruciaal punt is de druk op de beschikbare ruimte. Er is behoefte aan woningen. Door dit document wordt benadrukt dat natuurversterking en het bouwen samen moeten gaan. Maar hoe?” Daan Brandenbarg van de SP: “Dit document zorgt toch juist voor meer duidelijkheid?” Veenstra: “Het maakt duidelijk waar de groenstructuren liggen. Maar is er nu wel voldoende ruimte voor de stedelijke ontwikkeling die nodig is? We kunnen niet met zijn allen in een boomhut in het bos gaan wonen.” Brandenbarg: “Want projectontwikkelaars kunnen geen kaart lezen ofzo?”
Andrea Poelstra (D66): “Als we dit voor de Suikerzijde hadden gehad, dan hadden de woningen er al gestaan”
D66 denkt juist het tegenovergestelde. Andrea Poelstra: “Deze kaart is er juist om aan te geven waar er wel, en waar er niet gebouwd kan worden. Als we dit voor de Suikerzijde hadden gehad, dan waren de belangen direct duidelijk geweest, in plaats van dat we hier achteraf mee aan de slag moesten. Dan hadden de woningen er nu al gestaan.” Femke Folkerts van GroenLinks: “Het is niet zo dat er om zo’n gebied, dat tot de ecologische structuur behoord, een hek wordt gezet en dat niemand er meer mag komen. De Gemeentelijke Ecologische Structuur is het antwoord wat je moet doen als je ergens iets wilt ontwikkelen op een plek waar ecologie is. Hierdoor zal er altijd gekeken moeten worden wat de waarde van een gebied is.”
Tycho Wuestman (Student & Stad): “We delen de zorg over woningbouw”
Veenstra staat echter niet alleen. Hij krijgt steun van het CDA en Student & Stad. Tycho Wuestman: “Het is belangrijk dat er wordt gewerkt aan een betere balans tussen natuur en stad. Maar we delen wel de zorg van de woningbouw. De ruimte in onze gemeente is niet oneindig, er zijn immers gemeentegrenzen. Groen is geen luxe maar een noodzaak. Maar een huis is tegenwoordig wel een luxe.”
Wethouder Kirsten de Wrede (Partij voor de Dieren): “We willen gaan sturen op kleine verbindingen”
Het plan, waar ook natuurorganisaties bij zijn betrokken, is nog niet af. Zo wil de wethouder aan de slag met de voormalige gemeente Ten Boer. Ondanks dat deze gemeente wel erg groen is, is het nog niet een ecologisch waardevol gebied. De Wrede: “Met het programma Bloeiend Perspectief willen we kijken hoe we de biodiversiteit daar kunnen vergroten. Daarnaast willen we sturen op kleine verbindingen, het fijnmazige netwerk. Een egelsnelweg is hier een voorbeeld van. We willen met een uitvoeringsprogramma onderzoeken welke verbindingen prioriteit moeten krijgen.”